zaterdag 30 september 2017

Waar komt de zeldzame Beatles-opname van What Goes On vandaan?

Heel soms gebeurt het nog wel eens. Dan duikt er een Beatles-opname op die we écht niet kennen. Met "we" bedoel ik: de mensen die werkelijk álles van de band gehoord hebben. Tot die groep reken ik mezelf niet. Natuurlijk ken ik de nodige opnamen die niet op de officiële albums terechtkwamen, maar ik heb nog nooit alle outtakes gehoord die in het officieuze circuit beschikbaar zijn. Dat realiseerde ik me toen ik een tijdje geleden tegen Jan Cees ter Brugge zei dat ik werkte aan een blogje over het Harrison-nummer Old Brown Shoe. Met één druk op de knop stuurde hij me, ter informatie, minstens dertig tracks vol repetities en outtakes. Machtig interessant, maar ik verzamel het niet. Het is te veel om te bewaren maar het helpt bij het schrijven van zo'n blog.


Een zeer bijzondere opname
Deze week gebeurde er iets bijzonders. Hebben jullie het nieuws gelezen? Er dook een premature versie op van het Beatles-nummer What Goes On. Een versie die zich écht niet in de verzameling van die hard-collectors als Jan Cees bevindt. Dus dat was wel even een nieuwtje. Wij Beatles-fans vinden het sensationeel als zo'n lang begraven schat ineens wordt opgedelfd. Je kunt je er niet op voorbereiden, ineens is er het nieuws dat er iets is opgedoken. Meestal bij een veilinghuis of op een plek waar online geboden kon worden. Zo ook deze week dus, met dat luchtige mopje in country-sferen dat volgens John Lennon al eind jaren '50 geschreven werd.

De acetate die momenteel op E-Bay aangeboden wordt


Acetates zijn zeldzaam
Het betreft een zogenaamde acetate. Dat is, als ik het helemaal juist heb, een snel vervaardigde plaat die vanaf de jaren '30 tot in de jaren '60 in de studio in een kleine oplage gemaakt kon worden. Soms zelfs als enkel exemplaar. De plaat kon meegegeven worden aan de artiest (als demo) of snel zijn weg vinden richting een radiostation om alvast gedraaid te worden. Een werk- of promotie-exemplaar dus. Acetates waren zeer kwetsbare plaatjes, lang niet zo sterk als officieel geperste singles en elpees. Ze kregen krassen en braken bijzonder snel in stukken. Dat is wellicht de reden dat ze relatief zeldzaam zijn. Een gebruiksvoorwerp met een korte levensduur. 


John nam What Goes On al in 1963 op

Andere tekst
De acetate waarop een demo van What Goes On the horen is, overleefde blijkbaar vele tientallen jaren. Bijna 55 om precies te zijn. En dat is redelijk uniek te noemen. Op het kwetsbare schijfje is een demo te horen van het liedje dat Ringo Starr op het in 1965 verschenen album Rubber Soul zou zingen, maar het nummer is dus veel ouder. Op de opname horen we John Lennon, met gitaar, die zijn compositie zelf inzingt. Paul McCartney zingt de tweede stem. Opmerkelijk is dat het nummer nog heel anders klinkt dan de versie die Ringo zou zingen. Het couplet is anders, evenals de tekst. In het fragment dat slechts 33 seconden duurt, krijgen we alleen een gevoel van herkenning bij het refrein.

Ringo mocht het uiteindelijk zingen

Afkomstig van de Harrison-familie? Echt?
De vraag is natuurlijk: waar komt dit sensationele stukje Beatlesgeschiedenis nu ineens vandaan? Dat blijft voor mij een beetje vaag. Op internet lees ik dat het in 2012 via "de familie Harrison" al eens op een veiling is aangeboden. Het lijkt me onwaarschijnlijk dat Georges vrouw Olivia en zoon Dhani, die zeer zorgvuldig met de "Collectie Harrison" omgaan zomaar een acetate aanbieden. Ze koesteren alles dat in de archieven op het landgoed Friar Park ligt. Sterker nog: er wordt momenteel een echt archief gebouwd en een archivaris aangesteld om alles rond de creatieve nalatenschap en het statige landhuis met de tuinen zorgvuldig voor het nageslacht te bewaren. Op de Facebook-pagina van Beatlesfanclub NL las ik dat George Harrison de acetate destijds al aan zijn broer Harry cadeau had gedaan. Dat verklaart de manier waarop het plaatje destijds zijn reis is begonnen.


Het bedrag loopt op
Wat er daarna mee gebeurde, is niet duidelijk. Wel dat de acetate momenteel op eBay staat en dat aanbieder Parlogram (over 30 years buying and selling rare vinyl) het schijfje aanbiedt. Mogelijk namens een particulier. Dat zou ook nog kunnen. Er kan nog even op geboden worden en op het moment van schrijven staat de prijs inmiddels op 5100 pond. Ik verwacht dat daar nog wel wat bij komt. Je vraagt je af of het officiële Apple niet zal proberen dit bijzondere stukje historie aan de officiële Beatlescatalogus toe te voegen. Wellicht kan het daarmee ook ooit nog als Beatles-release worden uitgebracht. Ik wacht met belangstelling af wat er gaat gebeuren.



De opvolger van Please Please Me
De officiële versie van What Goes On werd trouwens op 4 november 1965 opgenomen en verscheen krap een maand later op het album Rubber Soul. Het nummer kreeg een echte country-feel en wellicht mocht Ringo, die gek was op het genre, het mopje daarom zingen. Ringo schreef zelfs een beetje mee aan de uiteindelijke versie. Oorspronkelijk moest What Goes On de opvolger worden van Please Please Me, de eerste echte grote Beatles-hit. Daar kwam het niet van. Het zou op 5 maart 1963 worden opgenomen, maar die dag was er simpelweg te weinig tijd over, nadat From Me To You, Thank You Girl en een vroege versie van One After 909 op tape waren gezet. Vermoedelijk werd het liedje daarna een beetje vergeten. De pas opgedoken acetate laat ons horen hoe het oorspronkelijk klonk. Alsof we naast Lennon en McCartney zitten. Het levert vast een lichte huivering op bij menig Beatles-liefhebber. Mooi hoor, luister maar mee! [filmpje met geluidsfragment]





zaterdag 23 september 2017

Yer Blues: de enige echte bluessong die The Beatles opnamen?

Het ging niet zo heel lekker met John Lennon, toen hij begin 1968 met de overige Beatles een aantal weken bij de Maharishi in India verbleef. In tegenstelling tot wat je zou verwachten misschien, maar alle verhalen hebben een buitenkant en een binnenkant. Als we naar de beelden van het meditatiekamp van The Beatles in India kijken, zien we een paradijselijk tafereel. Mooi weer, prachtige natuur, een groep hippies met hun goeroe, die hun dagen mediterend, componerend en rustend doorbrengen. Ver van de bewoonde wereld en opdringerige fans. Terug naar de basis. Maar Lennon was eenzaam en in de war. Hij stond op een kruispunt in zijn leven, dat er al snel heel anders uit zou zien. In die periode schreef hij dan ook het enige echte bluesnummer dat The Beatles al band ooit zouden opnemen.





India inspireerde
Nadat The Beatles in augustus 1967 een lezing van de Maharishi in Londen hadden bijgewoond, was hun interesse voor diens leer van de Transcedente Meditatie (TM) gewekt. De groep volgde de Indiase goeroe kort daarop naar Bangor in Wales om tijdens een seminar verder kennis te maken met het meditatieprogramma van de kleine Indiër. In februari 1968 dook de band nog dieper onder voor een wekenlange retraite in de heuvels van Rishikesh in India. De rust en de ruimte inspireerden de bandleden tot het schrijven zo'n 30 nieuwe songs, waarvan er een groot aantal op het album The Beatles, ofwel: The White Album terecht zouden komen. Dat album bestaat volgend jaar 50 jaar en er zal, net als voor Sgt. Pepper, veel aandacht voor zijn, vermoed ik. Alleen al omdat The Analogues het volledige album live gaan spelen in dit nieuwe theaterseizoen. Met Jan Cees ter Brugge mag ik de voorstelling in de Deventer Schouwburg op 9 februari gaan inleiden. Binnenkort starten we met de voorbereidingen om er weer iets moois en bijzonders van te maken.

In India


Urenlang mediteren
Terug naar India, 1968. Daar bestond het programma van de Maharishi onder andere uit lange meditatiesessies. Ieder moest zo'n 8 uur per dag voor zichzelf mediteren. Een enorme opgave voor sommigen en een activiteit die je behoorlijk op jezelf terugwerpt. John Lennon zei ooit in een interview over de retraite: Het grappige was dat het er allemaal heel mooi was en ik zo'n 8 uur per dag mediteerde, maar dat ik toch depressieve nummers schreef. In Yer Blues schreef ik: I'm so lonely, I want to die. Zo voelde ik dat.

McCartney en Lennon met Donovan in de ashram


Lennon linkte naar Dylan
In zijn poging om een een echt bluesnummer te schrijven, zocht John (zoals wel vaker) naar inspiratie in liedjes van anderen. Zo verwijst hij in de tekst van Yer Blues, het bluesnummer dat hij schreef, naar het karakter Mr. Jones uit de Bob Dylan-song Ballad of A Thin Man:

But something is happening here and you don't know what it is
Do you, Mr. Jones?
(Dylan)

The eagle picks my eye
The worm he licks my bones
I feel so suicidal
Just like Dylan's Mr. Jones
(Lennon)


Yer Blues paste in de tijd
Met zijn kersverse bluesnummer wilde Lennon niet alleen uiting geven aan zijn zwaarmoedige gevoelens, maar schreef hij tevens een song die erg paste in de popmuziek van 1968. De blues was namelijk weer helemaal in de mode en in het bijzonder de (elektrische) bluesrock. Het decennia-oude genre werd vanaf 1967 door Britse bands als Fleetwood Mac en Cream nieuw leven ingeblazen, met een stevigere elektrische sound. Het trage, slepende Yer Blues bevat een prominente elektrische gitaarpartij die zo dik aangezet is, dat deze bijna een bluescliché genoemd kan worden. 

Cream 1968: British Blues


Eerst akoestisch
In mei 1968, toen The Beatles allemaal weer terug waren uit India, nam de band een aantal demo's op van de pasgeschreven song. Dat gebeurde in Kinfauns, de bungalow van George Harrison. Tijdens deze Kinfauns-sessies, werd ook een akoestische versie van Yer Blues vastgelegd. Het nummer, waarbij Lennon zijn stemdubbel opnam en zichzelf op akoestische gitaar begeleidde had hier nog een heel ander karakter dan het eindresultaat: [filmpje]





Blues in de bezemkast
Op 13 augustus 1968 namen The Beatles de definitieve versie van Yer Blues in de EMI Studio's aan Abbey Road op. Niet in de bekende Studio 2, maar in een soort "bezemkast" die direct grensde aan de enorme studioruimte. In die piepkleine ruimte, die normaal gesproken voor andere doeleinden werd gebruikt, paste net een drumkit en konden de versterkers op elkaar gestapeld tegen de muur staan. The Beatles propten zichzelf er als band in om, bijna op elkaars tenen staand, Yer Blues er uit te knallen. Het doel van dit bijzondere experiment was, om een heel dik en vet geluid te creëren, dat de luisteraar bovendien het gevoel zou geven er zelf "bovenop" te staan. Ringo vond het fantastich. Het deed hem denken aan de begintijd van de band, in de Cavern Club. Tijdens de sessie speelde McCartney niet op zijn Höfner- of Rickenbacker-bas, maar hing hij zijn Fender Jazz Bass om. Iets dat niet zo heel vaak gebeurde. 

McCartney met zijn Fender


Sterke liveversie door een supergroep
Hoewel The Beatles als band niet meer live optraden, speelde John Lennon nog wel een ijzersterke liveversie van Yer Blues. Niet lang na het verschijnen van de track op The White Album werkte John mee aan een project van The Rolling Stones, die in december 1968 onder de noemer Rock 'n' Roll Circus twee liveconcerten in een circustent lieten filmen. Lennon was te gast, net als acts als The Who en Jethro Tull. Met de gelegenheidsband The Dirty Mac, bestaand uit Lennon, Eric Clapton, Mitch Mitchell en Keith Richards stond er ineens een supergroep op het podium, die wel raad wist met de blues van Lennon. Na een korte introductie waarin Lennon en Jagger wat grappen uitwisselen, is een sterk gespeelde versie van Yer Blues te zien. Beter dan The Beatles dit genre zelf ooit hadden kunnen spelen: [filmpje]






zaterdag 16 september 2017

De kwetsbare kant van Paul McCartney in 5 liedjes

Onlangs had ik het in mijn blog over de manier waarop John Lennon zijn kwetsbare kant liet zien op zijn eerste echte soloalbum en in het bijzonder op het nummer Isolation. Eigenlijk had Lennon altijd het hart op de tong. Schreef hij niet over het gemis van zijn moeder, zijn liefde voor Yoko of de twijfels die hij over zichzelf had, dan ging het wel over politieke kwesties die hem bezig hielden. Wie naar Lennon luistert, heeft altijd het idee dat hij een kijkje in zijn hoofd en in zijn hart mag nemen. Anders is dat bij Paul McCartney. Toen ik deze zomer schreef over Paul's demo van het nummer Come and Get It, die hij maakte voor de band Badfinger, reageerde Karin. Ze leest heel trouw mee met de blog en schreef dat het nummer haar niet raakte. Dat zette me aan het denken. Want wanneer liet Paul McCartney nu echt iets van zichzelf zien in de liedjes die hij schreef?



Verhalen vertellen over anderen 
Wie goed oplet en veel over Pauls leven weet, weet ook dat Paul in menig liedje schreef over de dingen die hem bezig hielden. Maar dat deed hij niet zo onomwonden als Lennon. Paul schreef vaak in de derde persoon en met enige afstand. Ook was hij gek op het vertellen van verhalen over andere mensen. Bestaande en fictieve personages. Denk aan Desmond and Molly Jones in Ob-La-Di Ob-La-Da, of de mensen en plekken die hij schetste in Penny Lane. Bij McCartney overheerste blijkbaar meestal de drang om een verhaal te vertellen of een inventieve en aanstekelijke melodie te maken. Melodisch was hij Lennon de baas, qua openhartigheid won Lennon met glans.



Kijken in de ziel
Zijn er liedjes waarin Paul McCartney ons echt in zijn ziel laat kijken? Die zijn er. En het zijn vaak de liedjes die zeer geliefd zijn bij de fans. Want als er iets ontroerends gebeurt en we een stukje van de echte Paul McCartney zien en horen, dan doet dat ook iets met ons als luisteraars. Toegegeven, je moet wel wat beter zoeken dan bij John Lennon en ook bij George Harrison, die in veel van zijn nummers veel gemakkelijker over zijn gevoelens zong dan Paul McCartney. En als Paul dan persoonlijk wordt, richt hij zich toch nog graag tot de ander, degene die het onderwerp is van zijn liedje, aan wie hij een liefdevolle boodschap wil meegeven. Geïnspireerd door de reactie van Karin, besloot ik op zoek te gaan naar de liedjes waarin Paul ons in zijn ziel laat kijken. Daarbij heb ik de nummers die schreef over zijn relatie met Jane Asher (I'm Looking Through You en For No One) even buiten beschouwing gelaten.



Het Jude (voor Julian)
Toen John Lennon zijn gezin verliet om een leven met Yoko Ono op te bouwen, was het Paul McCartney die erg te doen had met Johns eerste vrouw Cynthia en zoontje Julian. Cynthia herinnerde zich goed hoe Paul op een dag voor haar deur stond. Terwijl hij haar een roos overhandigde, grapte hij: Zullen wij dan maar samen verder gaan, Cyn? Het was een aandoenlijk en zeer vriendschappelijke actie van de zorgzame McCartney, die ook bijzonder gesteld was op de 5-jarige Julian Lennon die er allemaal nog weinig van begreep. Om Julian een hart onder de riem te steken, schreef Paul Hey Jules, waarbij hij Jules gaandeweg in Jude veranderde. Het is een nummer met een liefdevolle en bemoedigende tekst waarvan Julian op latere leeftijd vast de waarde is gaan inzien. Een cadeautje van Uncle Paul. [filmpje]



Maybe I'm Amazed (voor Linda)
Voor velen is dit één van de meest persoonlijke liedjes die Paul ooit schreef, rechtstreeks gericht aan zijn grote liefde Linda. In Maybe I'm Amazed, dat verscheen op Pauls eerste solo-album, bezingt hij zijn onzekerheden en zijn liefde voor Linda. Hij is overweldigd door haar steun die hij ontvangt in één van de meest moeilijke periodes in zijn leven: de maanden waarin The Beatles langzaam maar zeker als band uit elkaar vallen. De tekst ontroert en blijft ontroeren. Veel directer en eerlijker wordt het bijna niet. Al zou McCartney ruim 10 jaar later nog zo'n indrukwekkend nummer schrijven. [filmpje]



Here Today (voor John)
En dat is Here Today. Op het eerste McCartney-album dat na de moord op John Lennon verschijnt (Tug of War) verrast Paul de wereld met een zeer indringende en liefdevolle 'open brief' aan zijn oude vriend. In Here Today richt Paul zich rechtstreeks aan John en memoreert hij hun vriendschap, in goede en slechte tijden. Het gemis is bijna voelbaar. De laatste jaren speelt Paul het nummer steevast bij concerten en dat zorgt bijna altijd voor emotionele taferelen. Ook lukt het McCartney zelf niet altijd om het droog te houden terwijl hij over John zingt. Bekijk dit livefilmpje maar eens. Van de tekst krijg ik altijd een brok in mijn keel. Jullie ook? [filmpje, studioversie]



Little Willow (voor Maureen)
In 1994 overleed Maureen Tigrett (Cox, Starkey) op 48-jarige leeftijd. De Liverpoolse Maureen was de eerste vrouw van Ringo Starr en hoorde zodoende tot de inner circle van de Beatlesfamilie. Een hechte club die zich staande probeerde te houden in de orkaan die Beatlemania heette. Ze verhuisde mee naar Londen, stichtte een gezin met Ringo, reisde mee naar de Maharishi in India en zat op het dak toen The Beatles hun allerlaatste live-optreden gaven. Thanks Mo, horen we Paul nog zeggen aan het eind van het nummer Get Back, wanneer de band het applausje van de aanwezigen in ontvangst neemt. De goedlachse Maureen had een speciaal plekje bij Paul (en ook bij George, maar dat is een heel ander verhaal). In 1975 scheidde ze van Ringo om te hertrouwen met Isaac Tigrett, de man achter het Hardrock Café en House of Blues. Maureen stierf veel te jong, aan de gevolgen van leukemie. Op zijn album Flaming Pie wijdt Paul dit tedere nummer aan Maureen. [filmpje]




The End of The End (over zijn dood)
Nu onze Paul op leeftijd komt, realiseert hij zich ook dat hij niet het eeuwige leven heeft. Al zal zijn naam onsterfelijk zijn, ooit komt er een eind aan zijn aardse bestaan. Een aantal jaren geleden besloot hij daar een positief lied over te schrijven. Daarin vertelt hij de luisteraar hoe hij graag herinnerd wil worden. Daarbij werd hij geïnspireerd door een Ierse vrouw, die hij ooit optimistisch hoorde zeggen: I wish you a good death. McCartney zei over het liedje: It's taken from the Irish idea of a wake. They don't get morbid. They all just say: Ah, he's a great fellow. You want another drink? Aanvullend verklaarde hij nuchter: Celebrate your life rather than sit around moaning. It's something I don't really think about too much. I'm too busy living. I just enjoy what I do and get on with it.




Vijf keer de kwetsbare McCartney. Er is vast meer. Wie helpt me de lijst aan te vullen?

zaterdag 9 september 2017

Cavendish Avenue: de Londense woning van Paul McCartney

Toen The Beatles in april 1965 tot over hun oren in de opnames van het album en de film Help! zaten, liet Paul McCartney zijn oog vallen op een mooi vrijstaand huis in Noord-Londen. Het bevond zich in St. John's Wood, de chique wijk waar ook de EMI Studio's aan Abbey Road gevestigd waren. Sterker nog, het huis lag bijna om de hoek bij het studiocomplex. Lekker makkelijk, moet McCartney gedacht hebben. Lopend naar het werk. Lang heeft hij vast niet na hoeven denken over de aankoop van het huis. Dat het een goede keuze was, blijkt tot op de dag vandaag. Na ruim 52 jaar is de woning nog steeds de plek waar Paul verblijft als hij in Londen is. Een huis dat heel wat verhalen zou kunnen vertellen over wat er zich de afgelopen decennia heeft afgespeeld. Een huis met een verhaal. Kortom: welkom in 7 Cavendish Avenue!





Met Jane Asher van Wimpole Street naar Cavendish Avenue
Je zou het een prettige investering kunnen noemen. McCartney kocht zijn Londense stek in 1965 van dokter Desmond O'Neill voor een bedrag van 40.000 pond. Het was een chique regentenwoning uit het begin van de 19e eeuw. Woningen in St. John's Wood zijn tegenwoordig vele miljoenen waard. Op 13 april 1965 zette Paul zijn handtekening onder de koopakte. Er moest nog wel een beetje verbouwd worden voor hij er definitief in trok. Tot die tijd woonde hij bij de familie Asher in Wimpole Street, het gezin van zijn vriendin Jane. Daar had hij het overigens enorm naar zijn zin, maar de hordes met fans voor de deur maakten het leven van de Ashers er niet bepaald eenvoudiger op. Paul en Jane verhuisden in maart 1966 naar 7 Cavendish Avenue, nadat het huis gerenoveerd was en voorzien van een grote houten poort met intercomsysteem. Die poort hield de fans enigszins op afstand. 

7 Cavendish Avenue in de jaren '60, de houten poort is nog niet geïnstalleerd.
Inzetje: Paul met Jane in de woonkamer


Fluitend de hoek om 
McCartney koos er bewust voor in het gezellige Londen te blijven wonen. De plek waar alles gebeurde en die in artistiek opzicht in 1966 tot een kookpunt kwam. Paul kon volop genieten van het uitgaansleven, de galerieën, concerten en andere kunsthappenings die in de stad plaatsvonden. De bruisende metropool gaf hem inspiratie voor zijn liedjes. Ook was er genoeg te doen en te beleven als zijn vriendin Jane, die een bloeiende carrière als actrice had, weer eens lange tijd van huis was. Het leven van McCartney vormde midden jaren '60 een enorm contrast met dat van de andere drie Beatles. Zowel John, George als Ringo kocht een huis op het platteland, zo'n drie kwartier rijden van Londen. John en Ringo woonden in grote statige villa's, George aanvankelijk in een bescheiden bungalow, die hij uiteindelijk verruilde voor het landgoed Friar Park. De drie Beatles lieten zich dagelijks naar Londen rijden, of stapten zelf in de auto. McCartney kwam fluitend de hoek om lopen en was in een mum van tijd weer thuis.

Spelen met 'Martha my Dear'


Mick Jagger en Andy Warhol
Al snel gebruikten The Beatles de woning van Paul als plek om voorafgaand aan een opnamesessie, interview of afspraak met een fotograaf te verzamelen, bij te praten en te vergaderen. In de eerste jaren waren de bandleden er kind aan huis. Net als vele anderen uit de Londense kunst- en muziekscène overigens. Mick Jagger rookte er zijn eerste joint en Andy Warhol kwam ook eens op de thee.

Met John en Mick

Sterren kijken in de Dome
Op 28 juli 1968 beleefden The Beatles hun zogenaamde Mad Day Out. Ze gingen een dag lang op stap in Londen met fotograaf Don McCullin om honderden promotiefoto's te schieten. De dag eindigde met een kop thee en een finale fotosessie bij McCartney thuis. Op een bijzondere plek overigens: in de dome. Dit was een glazen koepel die Paul in zijn tuin had laten bouwen. Voor Paul was het een plek om naar de sterren te kijken, te mediteren en high te worden. Het bouwsel vormde een origineel decor voor een aantal ontspannen bandfoto's, waarop ook Pauls hond Martha (bezongen in Martha My Dear) te zien is. Tot op de dag van vandaag schijnt er een groot rond bed in de koepel te staan, dat ooit van Graucho Marx was en dat Paul cadeau kreeg van Alice Cooper. De vloer van de lichtkoepel kan met een druk op de knop omhoog en omlaag verplaatst worden.



28 juli 1968: in de Dome


Jane vertrok, John en Yoko logeerden er een tijdje
In de zomer van '68 ging het trouwens mis tussen Paul en Jane. De actrice kwam onverwacht vroeg thuis van één van haar vele reizen en trof Paul in bed aan. Hij was niet alleen. McCartney vond het leven zonder zijn verloofde maar saai en hield er de nodige contacten op na. Onder andere met Apple-secretaresse Francie Schwartz en fotomodel en actrice Maggy McGivern. Francie woonde zelfs korte tijd met McCartney in het huis en was er getuige van hoe John en Yoko in de periode juli/augustus ook enkele weken in de woning bivakkeerden, op zoek naar een plek om te wonen.







Een huishoudster die de kaken op elkaar hield
Ook Beatles-assistent Mal Evans vertoefde een periode in het huis, waarbij hij fungeerde als een soort conciërge voor de woning, nadat Paul het echtpaar dat zijn woning beheerde ontslagen had (omdat ze praatten met de pers). Het was, kortom, een komen en gaan van mensen aan Cavendish Avenue. In huishoudster Rose vond Paul een betrouwbare en stabiele factor. Iemand die haar kaken op elkaar kon houden. Toen Paul een relatie kreeg met Linda Eastman veranderde de Amerikaanse fotografe en dierenliefhebster de statige stadsvilla in een mum van tijd in een gezellig thuis, met een groeiend aantal dieren in de achtertuin. Je kunt je er iets bij voorstellen. 

Familietafereel in de keuken


Blackbird vanuit het open raam
De McCartneys hadden een haat-liefde verhouding met de vele fans die jarenlang voor de poorten van Cavendish Avenue bivakkeerden. Sommige meisjes wisten precies hoe ze het huis moesten binnendringen en liepen er rond wanneer er niemand thuis was. Vermoedelijk inspireerden dit soort incidenten Paul tot het schrijven van She Came In Through The Bathroom Window een nummer dat op het album Abbey Road terecht kwam. De fans namen kleine souvenirs mee, anderen waren brutaler en richtten hun jaloerse woede op Linda. De boerderij in Schotland en (later) het huis in Peasmarsh (Zuid-Oost Engeland) boden de McCartneys en hun gezin meer privacy. Toch werden de meisjes die bij de hekken van Cavendish Avenue soms onverwacht getrakteerd op leuke ontmoetingen met hun idool. Bijvoorbeeld toen Paul op een avond met zijn gitaar in het raamkozijn ging zitten en het pas gecomponeerde Blackbird voor hen zong.  Margo Stevens was er bij. Ze vertelde er over aan Beatlesbiograaf Philip Norman:

A few of us were there. We had the feeling something was going to happen. Paul didn't take the Mini inside the way he usually did - he parked it on the road and he and Linda walked right past us. They went inside and we stood there, watching different lights in the house go on and off.
In the end, the light went on in the Mad Room, at the top of the house, where he kept all his music stuff and his toys. Paul opened the window and called out to us, 'Are you still down there?' 'Yes,' we said. He must have been really happy that night. He sat on the window sill with his acoustic guitar and sang Blackbird to us as we stood down there in the dark.

John Lennon op de stenen trap bij de achterdeur
Tot op de dag van vandaag is de woning een dierbare plek voor Paul McCartney. Op zijn boerderij in Schotland schijnt hij bijna nooit meer te komen. Ik stel me voor dat Paul in Londen nog wel eens door zijn huis dwaalt. In gedachten hoort hij de stemmen van Linda en de kinderen in de keuken, staat hij met hond Martha en John, Ringo en George in de Dome, hangt hij met Mick Jagger op de bank in de voorkamer, zingt hij zijn fans toe vanuit het slaapkamerraam en... ziet hij John met een kop thee op het stoepje bij de achterdeur zitten.

Vlnr: Paul circa 1968, John 1967, Paul circa 2012 (?) op dezelfde plek bij het huis

zaterdag 2 september 2017

Hoe John Lennon zijn kwetsbare kant liet zien in Isolation

In 1970, rond het uiteenvallen van The Beatles, had niet alleen Paul McCartney het verdomd moeilijk met zichzelf. Ook John Lennon voelde zich onzeker en kwetsbaar. Waar McCartney zich terugtrok in zijn afgelegen boerderij in Schotland, zochten Lennon en Ono vaak de publiciteit met hun vredescampagne en andere avant gardistische kunst-uitingen. Dat nam niet weg dat Lennon zich moest herpakken, na het definitieve einde van The Beatles.


Schreeuwtherapie
John en Yoko kozen er in april 1970 voor om vier weken in therapie te gaan bij Dokter Arthur Janov. De Amerikaanse psychotherapeut, die tevens kantoor hield in Londen, doorliep een intensief programma met de Lennons, volgens de door hem ontwikkelde Primal Therapy, waarbij cliënten hun diepste verdriet en angsten uit hun jeugd opnieuw doorleven en hier uiting aan geven door het er letterlijk uit te schreeuwen. Dat schreeuwen van verdriet horen we onder andere terug in John's nummer Mother, dat later dat jaar verscheen op het album John Lennon/The Plastic Ono Band.

John en Yoko begin 1970


Lennon pelde zichzelf laag voor laag af
Na vier weken volgden John en Yoko Janov naar Amerika, waar ze het programma nog enkele maanden voortzetten. In de sessies "pelde" Lennon zichzelf laag voor laag af en kon hij langzaam maar zeker in contact komen met zijn kwetsbare kant. Tijdens zijn verblijf in Amerika begon John liedjes te schrijven en demo's te maken. Blijkbaar kreeg hij nieuwe inspiratie tijdens het heftige proces dat hij doormaakte.


John medio 1970 tijdens de therapie in Californië


Terug naar de basis op de nieuwe plaat
Eind september vlogen John en Yoko terug naar Londen, waar ze vrijwel direct startten met de opnames van een nieuw album. In de Abbey Road Studio's. Zo puur en afgepeld als Lennon zich voelde, zo puur en recht door zee klonken zijn nieuwe songs en...zo puur moest ook het album worden. Gebruikmakend van slechts een handvol sessiemuzikanten, waaronder voornamelijk Ringo Starr op drums en Klaus Voormann op bas, gaf Lennon zijn ideeën vorm.


In een sobere bezetting met Ringo Starr op drums en Klaus Voormann op bas gaf John vorm aan zijn album


Twee geleende tekstregels
Aan het begin van de albumsessies schoof John het nummer Isolation naar voren. In het sterk autobiografisch getinte liedje, omschreef hij hoe hij zich samen met Yoko voelde. Als twee bange, gedesillusioneerde mensen, die de hele wereld tegen zich hadden. Een wereld die hij niet wilde veroordelen, want niets menselijks is ons vreemd. De haast verstilde coupletten worden onderbroken door een soort bridge waarin hij begrip toont voor dat laatste. Overigens leende hij voor dat onderdeel van het nummer heel creatief een paar tekstregels uit het liedje Oh I Apologize. Een B-kantje van Money (That's What I Want) dat in 1959 door Barrett Strong werd uitgebracht:

I don't expect you to take me back
After I've caused so much pain

In Isolation horen we die tekstsnipper terug als:

I don't expect you to understand
After you caused so much pain

Het kan geen toeval zijn, want ook de manier waarop het ritme van de gitaar wordt gebruikt, komt in beide nummers overeen. Het één was duidelijk geïnspireerd op het ander.


De hoesfoto


Lovende kritieken en nummer 1 in Nederland
Lennon werkte op 26 september en 9 oktober (zijn 30ste verjaardag) aan Isolation en koos er uiteindelijk voor er de A-kant van het album mee af te sluiten. De langspeler, die eigenlijk beschouwd mag worden als zijn eerste echte soloalbum na The Beatles, verscheen op 11 december 1970. De plaat was zeer succesvol en ontving lovende kritieken. In Engeland en Amerika werd het een top 10-notering en bivakkeerde de plaat lang in de Album Top 100. In Nederland sloeg het album in als bom. Het stootte George Harrisons driedubbelaar All Things Must Pass van de eerste plaats van de hitparade en bleef daar zeven weken staan. [filmpje]




Eén van Bertolfs favorieten
John Lennon/Plastic Ono Band is een plaat vol verhalen, waarvan Isolation er één is. De kwetsbaarheid van John Lennon komt in meer liedjes op de elpee terug. Voor veel fans is het Lennon op zijn best en prijkt de elpee hoog in de lijstjes met favoriete Beatles-solo-platen. Zo vertelde Bertolf me onlangs dat het live spelen van Isolation hem altijd bijzonder raakt. Ik begrijp dat. [filmpje]




De goudeerlijke Lennon
Over de totstandkoming van dit pure Lennon-album werd een interessante documentaire in de serie Classic Albums gemaakt. Daarvan kon ik op YouTube alleen nog deel 4 vinden. Wie op zoek is naar de goudeerlijke, pure Lennon, zet John Lennon/Plastic Ono Band beslist eens op deze dagen. Als je er tegen kunt hè.

People say we got it made
Don't they know we're so afraid
Isolation

We're afraid to be alone
Everybody got to have a home
Isolation

Just a boy and a little girl
Trying to change the whole wide world
Isolation

The world is just a little town
Everybody trying to put us down
Isolation

I don't expect you to understand
After you caused so much pain
But then again, you're not to blame
You're just a human, a victim of the insane