zaterdag 20 mei 2017

Hoe we de trompetsolo van Penny Lane overal in de popmuziek terugvinden

Ha, daar heb je weer een Penny Lane-trompetje! Hebben jullie dat ook wel eens gedacht of gezegd terwijl je naar de radio luisterde of Spotify aan had staan? Je hoort een willekeurig popnummer, dat vaak al een beetje een sixties-achtige sfeer heeft, met een drijvende piano of een klavecimbel. Op driekwart komt de onvermijdelijke solo en dan is er ineens die piccolotrompet uit Penny Lane. Voor de blog van deze week leek het me leuk om eens aantal van die liedjes op een rij te zetten. Zeker om ook een beetje in de Sgt. Pepper-sferen te blijven, met het oog op de spectaculaire jubileumeditie van het album die deze week gaat verschijnen. Maar goed, op zoek naar de Penny Lane-trompet in andere liedjes dus. Een makkie, dacht ik eerst. Ik schud er zo tien uit mijn mouw. Maar dat bleek toch tegen te vallen. Die liedjes zijn er volop hoor, maar ze overkomen je...en ze vervliegen weer. Je zou er een lijstje van aan moeten leggen.

Opnames voor de clip van Penny Lane


De noten van de Penny Lane-solo vliegen je om de oren
Trompetten zijn er natuurlijk volop te horen in de popmuziek, dat is niet het punt. Maar het gaat mij om die kenmerkende hoge, staccato gespeelde partij. Een melodie waarbij de korte, snelle barokke noten je om de oren vliegen. Zo eentje als trompettist David Mason op 17 januari 1967 met aanwijzingen van Paul McCartney in de Abbey Road Studio's opnam. Ik schreef er onlangs wat over in een blog over The Beatles en het gebruik van blazers.


David Mason speelde de solo op Penny Lane

Vrolijk en statig
In Penny Lane barst die trompet ineens los. Het tilt het toch al sterke nummer naar een nog hoger plan. De extatische melodie geeft Penny Lane iets vrolijks en statigs tegelijk. Die trompetsolo was een gouden vondst van Paul McCartney toen hij met Kerstmis 1966 Bachs Tweede Brandenburger Concert op de televisie zag en soortgelijke klanken hoorde. Die mooie vondst inspireerde de afgelopen decennia menig liedjesschrijver en arrangeur om iets soortgelijks te doen. Luister maar mee.


The Thamesmen: Cups and Cakes
Op deze wat obscure track van The Thamesmen, de voorloper van The Spinal Tap, is de Bach-trompet prominent aanwezig. Zowel in het intro als in de solo. Het deuntje van in totaal anderhalve minuut staat helemaal in de traditie van de jaren '60. Het was Michiel Tjepkema van de Fab4Cast die me met mijn zoektocht hielp en dit liedje aandroeg. Hij schreef me dat het nummer uit 1968 stamt en dus heel goed op Penny Lane gebaseerd kan zijn. [filmpje]




Phil Lynott: Old Town
In 1982 bracht Thin Lizzy-frontman Phil Lynott, god hebbe zijn ziel, The Philip Lynott Album uit. Op deze soloplaat stond het nummer Old Town. Een ijzersterke compositie en productie waarin Lynott over zijn liefdesverdriet zingt. In 1999 coverde de Ierse band The Corrs het nummer tijdens hun MTV Unplugged-sessie. Ook verscheen Old Town nog op een studioalbum van de band. Het origineel blijft natuurlijk het mooist. Luister even mee hoe vanaf 2:16 de prachtige trompetsolo klinkt. [filmpje]




New Kids On The Block: Tonight
Er was helaas geen ontkomen aan in 1990. The New Kids On The Block waren overal. De Amerikaanse jongensband, een volledig bedacht en strak geproduceerd concept, bestormde de hitlijsten met single na single. Met het liedje Tonight, dat ongeveer elk cliché uit de popmuziek in zich heeft, scoorden de vijf jongens ook een grote hit. Al op 1:09 is daar de eerste riedel uit Penny Lane te horen.Verder hoor ik overigens een intro dat aan Bungalow Bill doet denken, violen uit Eleanor Rigby, de bekende omlaaglopende akkoordprogressie uit Michelle (niet dat The Beatles daar het alleenrecht op hadden), een couplet-refrein-overgang die sterk geïnspireerd lijkt op Lucy In The Sky With Diamonds en nog zoveel meer. Vanaf 2:38 is er weer ruimte voor de trompet. Beluister het nummer nog maar eens! Het is slim gedaan, maar ook wel een beetje plastic allemaal. [filmpje]




Tears For Fears: Sowing The Seads of Love
In dezelfde periode als die van de New Kids ging het er aan de andere kant van de Atlantische Oceaan toch wel wat smaakvoller aan toe. De Britse Band Tears For Fears kwam met het album The Seeds Of Love waarvan de bijna gelijkname single een wereldwijde hit werd. Het nummer was een openlijk muzikaal eerbetoon aan The Beatles. Erg smaakvol gedaan, vind ik, omdat de band er ook haar eien geluid mee wist te behouden. Tears For Fears schreef het nummer trouwens in de aanloop naar de Britse parlementsverkiezingen van 1987. De zin Politician granny with your high ideals, have you no idea how the majority feels? was een boodschap regelrecht aan het adres van Margaret Tatcher. Op 3:13 verwelkomen we de Penny Lane-trompet. [filmpje]




Michael Bublé: Haven't Met You Yet
En dan is er nog de Canadese crooner Michael Bublé die in de zomer van 2009 Sky Radio veroverde met dit gladgeproduceerde niemendalletje dat eigenlijk ook een aaneenschakeling van muzikale clichés is. Het geeft niet, velen hebben er vast van genoten, maar bijzonder was het ook niet. Het drijvende piano'tje doet je vermoeden dat we uit moeten komen bij een trompetsolo. Je voelt het als het ware aan je water. En inderdaad! Op 2:14 is daar de modulatie én de trompetsolo. We kennen het concept inmiddels, kom er maar in Michael: [filmpje]




Welke voorbeelden zijn er nog meer?
Heel erg benieuwd ben ik naar jullie voorbeelden van de Penny Lane-trompet in de popmuziek. Vul me aan en verras me met jullie voorbeelden. De Penny Lane-solo....hij werd vaak gekopieerd, maar ook geëvenaard....? Wat vinden jullie?



zaterdag 13 mei 2017

Made the bus in seconds flat: over Paul McCartney en zijn liefde voor de bus

Soms neem ik 's ochtends buslijn 5 naar mijn werk. Niet omdat ik te lui ben om te fietsen, maar omdat het keihard regent. Moet kunnen dan, hè? Of omdat ik zin heb 's middags helemaal naar huis terug te wandelen. Dat is een uurtje lopen, waarin ik volop frisse lucht kan opsnuiven, wat aan mijn lichaamsbeweging doe en ik ook nog eens naar een leuke podcast kan luisteren. De Fab4Cast bijvoorbeeld. Onlangs mailde Wibo Dijksma van de Fab4Cast me dat hij al een tijdje met een leuk idee voor mijn blog rondliep. Namelijk over Paul McCartney en zijn relatie met het openbaar vervoer en eigenlijk in het bijzonder met de bus. Wibo noemde een aantal voorbeelden en zette me daarmee aan het schrijven.



Met de bus dwars door Liverpool
In november 1964 waren The Beatles weer eens te gast bij de BBC. Interviewer Brian Matthews sprak met hen over de simpele dingen in het leven, die ze vanaf die tijd vanwege hun sterrenstatus al lang niet meer konden doen. Paul McCartney noemde dat hij het miste om een ritje in de bus te kunnen maken. Simpele genoegens van een Liverpoolse jongen, die zijn geboorteplaats veelvuldig doorkruiste met het openbaar vervoer. Graag stapte hij in één van de groene bussen die Harold Harrison, de vader van zijn vriend George, bestuurde. Zittend op het bovendek, verslond Paul het ene boek na het andere, staarde hij over Penny Lane of was hij getuige van de auditie die George (met gitaar) voor John Lennon deed om bij The Quarry Men te mogen spelen. Die scène kennen we uit de film Nowhere Boy. Zo moet dat ongeveer zijn gegaan 's avonds laat in de bus: [filmpje]




A Day In The Life.....rennen naar de bus
Toen we Liverpool bezochten en in Forthlin Road voor het familiehuis van de McCartneys stonden, wees de gids richting Mather Avenue. Het is de doorgaande weg, die uitkomt op Menlove Avenue, waar het huis van John Lennon stond. Wanneer Paul 's ochtends de bus van Mather Avenue moest hebben, zag iedereen hem de straat uit sprinten. Het is de scène die we allemaal kennen uit het middenstuk van A Day In The Life:

Woke up, fell out of bed
Dragged a comb across my head
Found my way downstairs and drank a cup
And looking up I noticed I was late

Found my coat and grabbed my hat
Made the bus in seconds flat
Found my way upstairs and had a smoke
Somebody spoke and I went into a dream

De groene Liverpoolse bussen die rond de roundabout van Penny Lane cirkelen

Een verlangen om mens te zijn, onder de mensen
In een interview met Paul Du Noyer sprak McCartney over zijn liefde voor reizen met het openbaar vervoer. Die komt voort uit een verlangen "gewoon mens onder de mensen te zijn". Sinds zijn twintigste weet McCartney zich omgeven met mensen die hem aanstaren, complimenten geven, alles bevestigen dat hij zegt. Een enorm contrast met de plek waar hij opgroeide. Liverpool was een ruige stad, waar de inwoners elkaar vol humor het vuur aan de schenen legden. Kritiek op wat je zei, wie je wel niet dacht dat je was en hoe je er uit zag...het was allemaal aan de orde van de dag. Volgens McCartney vormde hem dat als mens. Het zou de reden zijn waarom hij graag concerten geeft in arbeiderssteden als Pittsburgh, Newcastle en Glasgow. Liever dan voor de witte overhemden en stropdassen uit New York City, zoals hij in het interview vertelde. In het gesprek noemde Paul ook dat hij de dag ervoor, na een première in de West End, gewoon de metro naar huis nam. Geen taxi te krijgen, prima toch? Paul gebruikte de Londense metro overigens als decor voor zijn videoclip voor Press uit 1986: [filmpje]





On My Way To Work
Midden jaren '60 kochten John, George en Ringo elk een buitenhuis op het platteland bij Londen. Als ware popsterren lieten ze zich bijna dagelijks naar Londen brengen. Meestal was dat in de Rolls Royce van John, wiens chauffeur even een 'rondje buitenwijken' deed om de drie op te halen. Paul McCartney kocht als enige een huis in Noord-Londen, om de hoek bij de Abbey Road Studio's. Hij arriveerde vaak lopend bij de studio. Toen The Beatles hun Get Back-sessies hielden in de Twickenham Studio's en later in het Apple-kantoor aan Savile Row, nam Paul gewoon de bus naar zijn 'werk'. Daarover zong hij letterlijk op zijn album NEW (2013). Met big green bus refereert Macca aan de donkergroene bussen die door Liverpool reden. Paul: I was the kid in Liverpool who went on a bus to the next stop down to Penny Lane and just looked around: who lives there? [filmpje]

On my way to work
I rode a big green bus
I could see everything
From the upper deck




Roll up for the Mystery Tour
Het was Paul McCartney die in 1967 het script voor de film Magical Mystery Tour bedacht. Een ouderwetse bustrip die Engelsen vanuit de stad naar een badplaats in het zuiden maakten. Onderweg in de bus zouden de deelnemers van alles beleven. The Beatles gingen in het najaar van 1967 daadwerkelijk op weg met een bus vol acteurs en figuranten. Een soort real life soap, voordat deze eigenlijk was uitgevonden. Het resultaat was een kleurrijke, maar wat vage avantgardistische film, die in Engeland op Tweede Kerstdag in zwartwit door de BBC op televisie werd uitgezonden. Het was de toeristische bustrip die McCartney kende als kind en die hij graag tot een sprookje verfilmd zag.

Paul en John in de Magical Mystery Tour-bus

Kunnen wij hier vanavond optreden?
In de zomer van 1972 besloot Paul met zijn pasgevormde band Wings een grote dubbeldekker te huren en op tournee door Europa te gaan. Wings was toen een beginnend bandje en Paul moest zijn status als live-artiest weer helemaal opnieuw verdienen. In februari van dat jaar had Wings in Engeland geoefend in kleine zaaltjes. De band meldde zich 's middags bij een universiteit en vroeg of ze er 's avonds kon spelen. Een soort verrassingsoverval dus. 


Kleine Stella in de box bovenop de bus
Die zomer trok Wings er echt op uit. In juli en augustus reed de Wings-bus door Frankrijk, Zwitserland, Duitsland, Zweden, Noorwegen, Denemarken, België en Nederland. In ons land speelde Paul in De Doelen, het Concertgebouw, de Martinihal en het World Forum. De band, de crew en het jonge gezin McCartney reisde als een stel hippies door Europa. Het bovendek van de bus was open en lag bezaaid met kleurrijke kussens. Tijdens het rijden werd daar gitaar gespeeld, gezongen, van de zonneschijn genoten en voor de kinderen gezorgd. In onderstaand filmfragment zie je de kleine Stella McCartney in de box op het dak van de bus zitten. Paul speelt gitaar, de wind in zijn haren. Heerlijke beelden van een zorgeloze zomer. [filmpje]





zaterdag 6 mei 2017

Yes It Is: de complexe samenzang van The Beatles die uiteindelijk maar op een B-kantje terecht kwam

Als kind was ik verzot op plaatjes draaien. Uren moet ik bij de pick up van mijn ouders hebben doorgebracht, liggend op de grond en starend naar de hypnotiserende roterende beweging van het etiket van een elpee of single. Mijn ouders hadden een kleine verzameling platen, maar die verzameling was groot genoeg voor mij. Ik kon me volop vermaken met Vous Permettez Monsieur van Adamo (dat ik fonetisch meezong), Dromentrein van Lenny Kuhr en de enige single van The Beatles die we hadden: op de A-zijde stond Ticket To Ride, op de B-zijde Yes It Is, een toch wat obscuur gebleven Beatlesnummer, in 6/8e (of is het 12/8e?) maat.

EMI studio 2, 16 februari 1965

Ik knutselde zelf een hoesje in elkaar
Doordat ik het al op jonge leeftijd zo vaak hoorde, staat Yes It Is in mijn geheugen gegrift. Onlangs kocht ik een eenvoudige nostalgische platenspeler, om weer oude elpees en singles te kunnen draaien. Wat een plezier heb ik daar al van gehad. Koffie op zondagochtend, het geluid van de naald die in de groef zakt, het zachte kraken en dan het wat blikkerige nostalgische geluid van lang vervlogen tijden. Zoekend naar mijn singles, kwam ik Ticket To Ride/Yes It Is weer tegen. We hadden er destijds geen hoesje bij, dus knutselde ik als kind zelf iets in elkaar. Ik moest lachen toen ik dat knutselwerkje onlangs terugzag. Huisvlijt van een hele jonge Beatlesfan. Het leek me daarom leuk om deze week aandacht te besteden aan dat B-kantje Yes It Is, want in muzikaal opzicht is het best een bijzonder nummer. Ik ben daarbij ook wel benieuwd naar jullie mening.

Bij gebrek aan een hoesje knutselde ik zelf iets in elkaar

Een spannend en vervreemdend effect
Volgens John Lennon was Yes It Is een poging om het nummer This Boy te herschrijven. Qua maatsoort en akkoordprogressie horen we natuurlijk wel overeenkomsten, maar toch doet Lennon zichzelf hier tekort, want Yes It Is mag als nummer op zichzelf staan. Met name om hoe het melodisch in elkaar zit. Lennon schreef het nummer eind 1964 of begin 1965. In ieder geval weten we dat het in februari '65 werd opgenomen. Daarmee behoort Yes It Is toch nog wel tot het vroege repertoire van The Beatles. Met de melodie is iets bijzonders aan de hand. In de eerste twee zinnen van elk couplet eindigt steeds het laatste woord (tonight) op een toon die dissonant is (of aanvoelt) met het onderliggende akkoord. Dat klinkt spannend en heeft een wat vervreemdend effect op de luisteraar. Waarschijnlijk bedacht John de melodie intuïtief, maar melodisch is dit net zo'n intrigerende zet als hij in het intro van If I Fell doet: buiten de gebaande paden treden. De liedjes uit het begin van de jaren '60 waren vaak toch simpeler van structuur. John Lennon was misschien wel muzikaler dan hij zich realiseerde.

Diezelfde week, tijdens de sessie van You've Got To Hide Your Love Away


Even langs Sir Joseph
The Beatles werkten op dinsdag 16 februari 1965 aan Yes It Is. Pas 's avonds kwamen ze aan dat nummer toe. Die ochtend begaf het viertal zich, met Brian Epstein, eerst naar het EMI hoofdkantoor. Tijdens de koffie bij Sir Joseph Lockwood ontving de groep een aantal awards, gouden platen en een set met traditionele poppen, afkomstig van de Japanse afdeling van EMI. Daarna was het snel door naar Studio 2 aan Abbey Road. Zou iedereen bij John in de auto zijn gekropen? Een dag eerder haalde hij namelijk (eindelijk) zijn rijbewijs. 



George worstelde met het volumepedaal
Eerst completeerden The Fab4 die middag Georges nummer I Need You, dat de dag daarvoor opgenomen was. 's Avonds werd Yes It Is in één sessie opgenomen. In die dagen was George Harrison erg bezig met een voetpedaal waarmee hij het volume van zijn gitaar kon regelen. Dat horen we zowel op I Need You als op Yes It Is sterk terug. Een apart effect waarmee beide nummers een bijzondere sfeer krijgen. Door het volume tijdens het spelen van een toon of akkoord in een bepaald tempo open of dicht te draaien, ontstaat er een geluid dat je bijna niet associeert met een gitaarklank. Als kind vond ik dat geluid in Yes It Is heel raar en bijzonder tegelijk. In dit filmpje horen we take 1 van Yes It Is. Uiteraard nog éénstemmig. Vlak voor het aftellen is duidelijk te horen hoe George even experimenteert met dat volumepedaal. [filmpje] 



Daarover zei George trouwens dat hij het best lastig vond om het gitaarspelen het bedienen van dat pedaal goed te combineren:

I could never coordinate it [....] I played the part and John would kneel 
down in front of me and turn my guitar's volume control.



De harmonieën zijn best complex
In het filmpje, waarop uiteraard nog niet de bijzondere meerstemmige overdubs aanwezig zijn, hoor je ook hoe John vanaf 2:10 nog wat rommelt met de tekst en er kort een geintje van maakt. Het is overduidelijk een eerste poging, met een vocaal vermoeid klinkende Lennon, om een start te maken met het nieuwe nummer. Uiteindelijk waren er 14 takes nodig om het nummer goed op te nemen. Wie geduld heeft, kan hier een compilatie van diverse pogingen beluisteren. De driestemmige overdubs van John, Paul en George behoren tot de meest complexe harmonieën die in Beatlesliedjes zijn gebruikt.


Yes It Is, ontleed door een Italiaan
Kennen jullie de Italiaan Galeazzo Frudua? De man heeft geen geweldige zangstem, maar hij is zeer muzikaal en begrijpt erg goed hoe de liedjes van The Beatles in elkaar zitten. Op YouTube zijn veel instructiefilmpjes van hem te vinden, waarin hij duidelijk uitlegt hoe de (zang)partijen van Beatlesnummers in elkaar zitten. Ben je geïntrigeerd door de knappe samenzang op Yes It Is, dan neemt Galeazzo je stap voor stap mee in de geheimen van The Beatles: [filmpje]



Hoe klonk het eindresultaat?
Goed, naar mijn mening. Voor mij zijn het de gitaareffecten en de samenzang die Yes It Is toch iets heel speciaals geven. De single verscheen op 9 april 1965 in Engeland en tien dagen later in de VS. Het nummer kwam op de Amerikaanse langspeler Beatles VI en op diverse compilatiealbums, waaronder Past Masters Volume 1. Voor het Anthology-project werd een speciale versie samengesteld uit take 2 en take 14. Hoe dan ook, het origineel is en blijft bijzonder. Het is een relatief onopvallend werkje uit de catalogus van The Beatles, dat in tegenstelling tot Ticket To Ride uiteindelijk niet terecht kwam in de film Help! van dat jaar. Te ingetogen, denk ik.