zaterdag 29 april 2017

Schatgraven naar zeer bijzondere film- en geluidsopnames van de jonge Beatles

Als Beatlesfans hopen we altijd dat er plotseling schatten opduiken. Schatten waar we het bestaan niet van wisten. Geluidsopnames die decennia op een Liverpoolse zolder zijn blijven liggen, foto's die we niet kennen, filmbeelden die we nog nooit zagen. Waarom vinden we dat nu zo fascinerend? Misschien omdat de beelden en geluiden ons weer een beetje dichter bij het bijzondere verhaal van The Beatles brengen. Ons inzicht verschaffen in hoe alles toen was, klonk en er uitzag. Ons een inkijkje geven in het verhaal dat we zo graag "live" als toeschouwer hadden meegemaakt. Hoe dan ook: we willen alles weten. Alles.

Samen op het dak van het schuurtje in Paul McCartneys tuin
Recent doken er twee oude films op, die in het Liverpool van de jaren '50 gemaakt waren. Eerst was er een prachtige historische film uit 1958, opgenomen op het terrein dat zich pal achter het huis van de familie McCartney aan Forthlin Road bevond. Er was daar een politieschool gevestigd. Toen wij Pauls huis in Liverpool bezochten, vertelde de gids dat John, Paul, George en Pauls jongere broer Mike regelmatig uit het slaapkamerraam hingen, om te kijken wat er op het terrein gebeurde. Vaak werd er getraind met honden of paarden. De bevriende tieners keken vol interesse toe. Daarbij klommen ze ook wel eens op het dak van het schuurtje dat in de achtertuin stond. Eens per jaar vond er een groot evenement plaats op dat politieterrein. In het boek Many Years From Now vertelde Paul aan zijn biograaf Barry Miles: We used to sit on the concrete shed in the back yard and watch the police show every year for free.

Paul rond 1956/57 met zijn eerste gitaar, in de tuin van 20 Forthlin Road

Mike McCartney: absolutely unbelievable!
De Liverpoolse historicus Peter Hodgson ontdekte de oude film van het evenement, kwam er achter dat de beelden in 1958 geschoten waren en ging dingen combineren. In 1958 woonde Jim McCartney met zijn zoons Paul en Mike op nummer 20 in de achterliggende straat. Op de film komt kort de achterzijde van dat huis in beeld. Peter ontdekte 4 of 5 personen, hoog, zittend op het dak van het schuurtje. Met bonzend hart liet hij de beelden aan Mike McCartney zien, die bevestigde dat het haast niet anders kon dan dat hij daar had gezeten, samen met John (17), Paul (net 16), George (15) en wellicht ook met jeugdvriend Pete Shotton. It's bloody mad, fascinating and absolutely unbelievable, aldus Mike. Want het zouden de vroegste filmbeelden van The Beatles (toen nog The Quarrymen) zijn. Beatlesbiograaf Mark Lewisohn mailde de Liverpoolse historicus met de woorden: What a find!


Wij Beatlesfans vinden dit sensationeel
Nou, laat maar eens zien dan, zul je denken. In deze korte montage van de Liverpool Echo, zien we de jongens (met witte shirts) op het dak van het schuurtje in de achtertuin van Forthlin Road zitten: [filmpje]. Niet lachen....wij Beatlesfans vinden dit sensationeel. ;-)




Hoe zagen John, Paul en George er in die tijd uit? Om antwoord op die vraag te krijgen, hebben we alleen deze foto, die een paar maanden later gemaakt werd, op 20 december 1958. De drie speelden op de receptie ter ere van het huwelijk van Georges oudere broer Peter.



Filmbeelden van een 12-jarige Paul
Na zijn bijzondere vondst speurde Peter Hodgson nog verder. Deze maand deed hij een nieuwe vondst. Filmbeelden die nog ouder waren, waarop een 12-jarige Paul McCartney te zien zou zijn. Mét zijn Mother Mary. Ook weer als toevallige passant of figurant in het Liverpoolse leven van alledag. In de film, getiteld Liverpool Trams: Green Goddesses Remembered (circa 1955) is op een gegeven moment een scène te zien die opgenomen werd in East Prescot Road. Dat was in de wijk waar Pauls Aunti Jin (bezongen in het nummer Let 'Em In) en Uncle Harrie woonden. In die scéne is op 29:25 een jongen van een jaar of 12 te zien, die een opmerkelijke gelijkenis vertoont met de jonge Paul McCartney. Achter hem zit een vrouw die veel weg heeft van Mary. Ze zijn amper een seconde in beeld. Paul zou zijn hele leven 'iets' houden met het reizen per bus of tram. Daarover wil ik graag nog eens wat schrijven. Hierbij de scène uit het bijzondere [filmpje]:



De enige filmbeelden van Mary McCartney?
Ook hier deed Mike McCartney zijn zegje. Hij vertelde dat het gezin inderdaad regelmatig de tram pakte om naar Auntie Jin en Uncle Harrie te gaan. Als dat mijn moeder is, dan is dat de enige film waarin ze ooit is vastgelegd, aldus Mike. Hij noemde het een bijzonder toeval dat de film precies opdook in de week waarin hij zijn album Woman uit 1972 opnieuw uitbracht. Met zijn moeder op de cover:


Mary McCartney op de hoes van Woman, als zuster (niet als non) in Liverpool

De dag waarop John en Paul elkaar ontmoetten
De ontdekking die mij zelf eigenlijk het meest 'deed' was die van een geluidsopname van 6 juli 1957. Het was de dag waarop John Lennon met zijn bandje het jaarlijkse tuinfeest van St. Peter's Church opluisterde. De scène is vaak beschreven en (geromantiseerd) verfilmd en tot in de jaren '90 wisten we niet dat er geluidsopnamen van dat optreden waren. Ik vond die ontdekking persoonlijk een sensatie. We weten dat Paul McCartney die dag op het grasveld stond en John met zijn bandje gadesloeg. Diezelfde dag werden ze officieel aan elkaar voorgesteld. Luister naar fragmenten van de opnames. Dit hoorde Paul McCartney toen hij naar John Lennon stond te kijken: [filmpje]




Een toevallige ontdekking
De opnamen waren toevallig gemaakt door ene Bob Molyneux. In 1994 ontdekte de gepensioneerde politieagent dat hij nog in het bezit was van een tape met daarop twee nummers die 's avonds door John Lennon en zijn bandje gespeeld waren: Puttin' On The Style (een skiffle-klassieker in de versie van Lonnie Donegan) en Baby Let's Play House van Elvis Presley.

De tape en recorder die geveild werden

Waarom verschenen de opnames niet op de Anthology-cd's?
De tape werd in 1994 door Sotheby's geveild en brachten een bedrag van 78.000 pond op. EMI kocht de band, met het plan om de opnames toe te voegen aan het prestigieuze Anthology-project. Vreemd genoeg werd besloten de twee liedjes niet aan de release toe te voegen. De reden? De opnames waren te slecht van kwaliteit. Nou en? denk ik dan. Het gaat toch om de historische sensatie? Ik blijf het een raar verhaal vinden. Het schijnt dat Yoko Ono momenteel in het bezit is van de tape. Hopelijk komen de volledige opnames nog eens voor het publiek beschikbaar. Wie weet welke schatten er de komende jaren nog meer opduiken.

zaterdag 22 april 2017

Over Bertolf, Beatles en Bezieling

Een tijdje geleden kwam ik op YouTube een filmpje tegen van Bertolf. Veel lezers zullen zijn naam kennen. De muzikale alleskunner toert op dit moment met zijn band Her Majesty langs de Nederlandse theaters met het zeer succesvolle programma Déjà Vu. Met adembenemende precisie spelen Bertolf en bandleden het beroemde Crosby, Stills, Nash & Young-album. De bijbehorende verhalen over de totstandkoming van de legendarische plaat maken de avond compleet. De tour borduurt voort op het concept dat de Zwollenaar met het Beatles-album Abbey Road op de planken zette. Dat is alweer enkele jaren geleden. Bertolf Lentink en The Beatles...een gouden combinatie. Niet alleen omdat Bertolf het repertoire van The Fab 4 zo goed kan spelen, maar vooral omdat hij het met zijn hart doet. En als virtuositeit en oprechtheid hand in hand gaan, dan heb je als luisteraar niets meer te wensen.

Bertolf, foto RTV Oost
Bertolf Lentink

Het hart wil ook wat
Als Beatlesfans hébben wij daarom iets met Bertolf Lentink. Misschien wel omdat het juist altijd de muziek en de verhalen zijn die centraal staan. Verder wordt alles ontdaan van alle opsmuk. Geen Beatleskostuums, geen uitgesproken decors en ook geen authentieke instrumenten, die pre-cies qua type en serienummer overeenkomen met die éne gitaar die John Lennon op dat éne nummer speelde. Overeind blijft het vakmanschap en het speelplezier van Bertolf en band. De bezieling. De manier waarop de muzikanten echt ín de nummers kruipen. Er gaat een soort 'weten' van hen uit, onder welke omstandigheden en met welke intentie de nummers geschreven zijn. Het zijn juist deze elementen die mij als luisteraar raken. Stiekem méér dan wat The Analogues, hoe knap en geweldig ook, op dit moment doen met Sgt. Pepper. Het hart wil ook wat.

Her Majesty: Back to Abbey Road


Gegrepen door de muziek en het verhaal
De bezieling van Bertolf en Her Majesty spreekt voor mij uit een speciaal nummer dat tijdens het theaterprogramma Back To Abbey Road gespeeld werd. De enige eigen compositie van de avond, getiteld This Is How The World Began. Een Beatlesachtige song die speciaal voor de voorstelling geschreven werd. Het is een liefdevolle ode aan The Fab 4. Op de achtergrond werden foto's geprojecteerd van bezoekjes aan bijzondere plekken in Liverpool en Londen. Zo zagen we Bertolf als tiener met, vermoedelijk, zijn vader op de trappen van de Abbey Road-studio's staan. Het waren deze beelden en klanken die me kippenvel bezorgden. Vanwege de herkenbaarheid. Hebben we allemaal niet zo'n zelfde soort ontdekkingsreis naar The Beatles achter de rug? De platen, de plekken, de manier waarop we gegrepen werden door de muziek en het verhaal. Geniet even mee: [filmpje]





De details namen mij als luisteraar mee
Wanneer ik terugdenk aan Bertolfs theaterprogramma Back to Abbey Road, waarvan ik de show in Zutphen bijwoonde, dan zijn me nog meer dingen bijgebleven. Prachtig vond ik de grote zwart wit-foto's die tijdens het spelen van de liedjes achter de band werden geprojecteerd. Beelden uit de studio's destijds, die precies de sfeer van het nummer versterkten. Met zorg bij elkaar gezocht. Fijn vond ik ook de verhalen die Bertolf en zijn bandleden tussen de nummers vertelden. Het waren daarbij de details die mij als luisteraar meenamen, waardoor ik het betreffende liedje nog weer eens heel intensief doorleefde. Hoe bekend het me ook was. Muziek en verhalen versterkten elkaar hier overduidelijk.


Wat raakte Bertolf zelf het meest?
Ik vroeg Bertolf welke nummers hem zélf het meest raakten, tijdens het spelen. Hij vertelde me: Something is een song die mij bij het spelen altijd naar de keel grijpt. Omdat het gewoon de allerbeste song ooit geschreven is, denk ik. Na de pauze had ik dat altijd heel erg met Isolation van Lennon. Vooral naarmate ik de situatie van John beter kon inschatten door er over te lezen: het feit dat z'n telefoon werd afgetapt, het gevoel dat hij constant in de gaten werd gehouden. En natuurlijk ook het isolement dat veroorzaakt werd door zijn roem. [filmpje]





Hoe zou het ideale Beatlesalbum uit 1971 er uit hebben gezien?
Het unieke aan Back To Abbey Road vond ik overigens de opzet van het tweede deel van het programma. Nadat vóór de pauze het hele Beatlesalbum van A tot Z gespeeld was, keerden de muzikanten met een interessante vraag terug op het podium. Die vraag luidde: hoe zou de ideale Beatlesplaat er uit hebben gezien als John, Paul, George en Ringo in 1971 gewoon door waren gegaan als band? Als ze hun zakelijke en persoonlijke meningsverschillen op dat moment hadden kunnen overbruggen en verder waren gegaan met muziek maken? Bekijk dit fragment waarin Bertolf over die gedachte vertelt. En beluister vooral ook de versie van Maybe I'm Amazed die de band vervolgens speelt. Over bezieling gesproken! [filmpje]





De ijzersterke Beatlesplaat die er niet meer kwam
Individueel leverden de vier begin jaren '70 hele sterke albums af, misschien wel de beste uit hun solocarrière. Wat gebeurt er als je het mooiste van die toch al prachtige elpees op één plaat zou zetten? Hoe zou dan dat fictieve album, toepasselijk Imagine genaamd, hebben geklonken? In een interview met Bertolf las ik dat de keuze voor de nummers niet meeviel. Kill your darlings. Je hebt al snel te veel materiaal. Maar de selectie van het vroege solowerk die ik als toehoorder voorgeschoteld kreeg, was adembenemend. En ik begreep hem. Er zaten nummers bij die ik nog nooit live had gehoord. Fascinerend en ontroerend. De McCartney-strot van Bauke Bakker verdient daarbij een speciale vermelding.

"Imagine"
(1971)

1. Instant Karma
2. Isn't It A Pity
3. Dear Boy
4. Maybe I'm Amazed
5. It Don't Come Easy
6. Isolation
7. Wah Wah / Too Many People / How Do You Sleep
8. Imagine
9. Back Seat Of My Car
10. Love


En nu... een avondvullend programma over McCartney als songwriter?
Na Back To Abbey Road vertelde Bertolf in zijn theaterprogramma Bloedlijn over de muzikanten en de liedjes die hem als muzikant gevormd hebben. En nu is er dan het zeer succesvolle Crosby, Stills, Nash & Young-programma. Beste Bertolf, volg je eigen pad en je eigen hart, maar wat zou het mooi zijn als je eens een theaterprogramma maakt rond het vakmanschap van Paul McCartney als songwriter. Met daarin een dwarsdoorsnede van liedjes uit de lange carrière van onze Paul. Liedjes die bijzonder zijn, om hoe ze compositorisch in elkaar zitten, om de omstandigheden waarin ze gemaakt zijn. Om McCartneys creativiteit en vernieuwende kracht. De Magie van McCartney, zeg maar. Jij kunt die liedjes spelen en jij kent de verhalen. Jij bent de man.

Mag deze er dan ook in? [filmpje]


zaterdag 15 april 2017

The Lovely Linda McCartney

Een paar weken geleden schreef ik dat Paul en Linda McCartney zich in het najaar van 1969 met hun kinderen een tijd terugtrokken op het Schotse platteland. De vervallen boerderij in Campbelltown vormde het toevluchtsoord voor de McCartneys in de periode waarin The Beatles als band uit elkaar vielen. Paul had even tijd nodig om tot zichzelf te komen nadat John Lennon had aangegeven dat hij de stekker uit The Beatles wilde trekken. De immer optimistische McCartney zag er even geen gat meer in. Daarbij maakten de grote hoeveelheden whiskey die hij dagelijks tot zich nam, het er ook niet veel beter op. Het was Linda die Paul er door sleepte en aanspoorde verder te gaan met zijn leven. Eén van de bloglezers liet me weten dat ze graag eens wat meer over Linda te weten wilde komen. Deze week dus een monumentje voor The Lovely Linda, zoals Paul zijn inmiddels overleden liefde bezong.

Linda en één van haar favoriete Appaloosa-paarden


Een eerste ontmoeting in de Bag O'Nails Club
Paul liep Linda Eastman op 17 mei 1967 tegen het lijf in de befaamde Bag O'Nails-club. Het Londense etablissement in Soho, om de hoek bij Regent Street was de favoriete hang-out van veel popsterren in de swinging sixties. De Amerikaanse fotografe, net in Londen gearriveerd, was er die avond met de leden van The Animals. Linda, die in Amerika bezig was een carrière op te bouwen als popfotografe, werkte aan een belangrijke opdracht. Ze mocht de fotografie verzorgen voor het boek Rock And Other Four Letter Words van journalist J. Marks. Paul nodigde haar die avond uit om zich aan te sluiten bij zijn stapgroepje en het gezelschap verplaatste zich naar een andere club, de Speakeasy. Niet lang daarna stond Linda foto's te maken tijdens de persbijeenkomst ter ere van de release van het nieuwe Beatlesalbum Sgt. Pepper's Lonely Hearts Club Band. Maar wie was deze Linda Eastman, die een steeds hechtere band leek te ontwikkelen met Paul McCartney?

Linda en Paul tijdens één van hun eerste ontmoetingen, mei 1967


Linda was het onderwerp van een Amerikaanse hit uit 1947!
Linda werd op 24 september 1941 in New York City geboren uit Joodse ouders. Haar vader, die zich had opgewerkt tot topadvocaat, had zijn familienaam Epstein (!) laten veranderen in Eastman. Hij wilde in niets meer herinnerd worden aan zijn zware en armoedige kindertijd. De Eastmans behoorden tot de upperclass van New York City en Linda was het gewend dat schilders als Willem de Kooning en Mark Rothko regelmatig bij haar ouders over de vloer kwamen. Net als de componisten Harold Arlen en Jack Lawrence. Laatstgenoemde componeerde in 1947 zelfs het mierzoete liedje Linda voor haar! Het werd een hit. [filmpje]




Linda ging met JoJo naar Tucson Arizona
Linda was een dromer. Ze hield van dieren en de natuur en keek liever uit het raam dan in haar studieboeken. Bovendien was ze wars van uiterlijk vertoon. Na het behalen van haar High School-diploma verhuisde ze met haar toenmalige vriendje Joseph 'Mel' See mee naar zijn geboorteplaats Tucson, Arizona. Joseph stond later vermoedelijk model voor de man die in het Beatlesnummer Get Back bezongen wordt:

JoJo was a man who thought he was a loner
But he knew it wouldn't last
JoJo left his home in Tucson, Arizona
For some California grass

In Tucson startte Linda met een opleiding Kunstgeschiedenis. Kort nadat ze in 1962 haar moeder door een vliegtuigongeluk verloor, trad ze met Mel in het huwelijk. Het paar kreeg in 1963 een dochter, Heather. Linda's interesse voor natuurfotografie groeide, geïnspireerd als ze was door het indrukwekkende landschap van Arizona. Ze schreef zich in voor een fotografieopleiding en al snel verschenen haar foto's in magazines en gidsen. Echtgenoot Mel was voor zijn onderzoeken steeds vaker en langer van huis. Het huwelijk strandde. 

Linda met Heather


Terug naar New York
Linda pakte haar boeltje en nam Heather mee terug naar New York. Daar sprokkelde ze als persfotograaf haar inkomen bij elkaar. Ze weigerde om te teren op het fortuin van haar familie, die overigens niets te maken heeft met de Eastman Kodak-familie, zoals vaak ten onrechte wordt beweerd. Door haar vrienschap met popfotograaf David Dalton kreeg Linda de kans om bands als The Animals en The Rolling Stones te fotograferen. Haar carrière kreeg een impuls toen ze de vaste fotograaf werd van de Fillmore East, het belangrijkste poppodium van New York. Linda kreeg een groot aantal beroemdheden voor haar lens. Van Frank Zappa tot Simon & Garfunkel. Van Cream tot The Doors. Van Jimi Hendrix tot Janis Joplin. Haar stijl van fotograferen kenmerkte zich als onconventioneel. Net als haar eigen uiterlijk overigens. Linda deed geen moeite zich in welk keurslijf dan ook te persen. Ze droeg a-modieuze kleding en was niet het minst onder de indruk van de wereld van de glitter en de glamour. Het maakte haar een opvallende verschijning.

Linda fotografeerde Jimi Hendrix in 1968


De ontwapenende foto van Lennon en McCartney
Toen Linda dus door een speling van het lot in mei 1967 in Londen in gesprek raakte met Paul McCartney, leek dit een haast logische gebeurtenis in de carrière die haar min of meer overkwam. In 1966 had ze The Beatles overigens tijdens hun Amerikaanse tournee gefotografeerd, maar dat was als één van velen. Daarbij was er geen sprake geweest van een persoonlijke ontmoeting met de band. Die was er wel tijdens de perspresentatie van het album Sgt. Pepper's Lonely Hearts Club Band, op 19 mei 1967 in het huis van Brian Epstein. Linda raakte opnieuw in gesprek met Paul én maakte de ontwapenende foto van Lennon en McCartney die elkaar de hand schudden:

Linda zou in de nadagen van The Beatles nog vele bijzondere foto's van de band maken


Driemaal is scheepsrecht
Korte tijd na deze tweede ontmoeting met Paul vertrok Linda weer naar New York. Ze had Pauls telefoonnummer inmiddels in haar bezit, maar het kwam voorlopig niet meer van een weerzien. In het jaar dat daar op volgde overleed Brian Epstein, maakten The Beatles hun Magical Mystery Tour-film, reisden ze af naar India om te mediteren met de Maharishi en werd er gewerkt aan het White Double Album. Paul McCartney en zijn toenmalige verloofde Jane Asher deden er intussen alles aan om hun relatie te laten werken. Het bleek tevergeefs. In mei 1968 vloog Paul met John Lennon en een aantal assistenten naar New York om het Apple-label te lanceren. Tussen de fotografen in het Americana-hotel ontwaardde hij ineens weer de lange blonde gestalte die hem deed denken aan twee eerdere ontmoetingen in Londen, bijna een jaar geleden. Paul vroeg haar telefoonnummer en dat leidde tot een aantal ontmoetingen in de VS en Engeland die het begin van hun relatie markeerden. 

Linda en Paul met Heather op hun trouwdag

Anoniem op stap in New York
In oktober 1968 verbleef Paul 10 dagen bij Linda en Heather in New York. Voor het eerst kreeg hij de kans om redelijk anoniem kennis te maken met de plek waar hij als Beatle meerdere malen in het middelpunt van de belangstelling had gestaan. Tussen Paul en Linda's dochtertje Heather klikte het goed en uiteindelijk trokken Linda en Heather bij Paul in. Paul adopteerde Heather als zijn eigen dochter. In maart 1969 trouwde Linda met Paul en in augustus werd hun dochter Mary (vernoemd naar Pauls Mother Mary uit Let It Be) geboren. The Beatles vielen langzaam maar zeker uiteen en McCartney raapte zichzelf juist weer bijeen, geholpen door de standvastige en nuchtere Linda. In een heel leuk filmpje, geschoten op High Park Farm in Schotland, is het prille gezinsgeluk van de McCartneys te zien: [filmpje]




Een tuin vol verweesde dieren
Het was Paul die er na het uiteengaan van The Beatles op aandrong dat Linda een actieve muzikale rol zou spelen in zijn solocarrière. Linda leerde toetsen spelen en trad, al was het eerst tegen wil en dank, toe tot Wings. Door haar voorliefde voor Reggae-muziek inspireerde ze Paul tot het schrijven van een aantal nummers in dit genre. Het gezin McCartney groeide met de komst van Stella (1971) en James (1977). Linda en Paul namen hun kinderen mee de hele wereld over, tijdens de Wings-tournees. Toch was Linda het liefst thuis, op High Park Farm in Schotland, in de stadswoning aan Cavendish Avenue of op het landgoed bij Peasmarsh op het platteland van Londen, waar ze inmiddels een dierentuin vol verweesde dieren had aangelegd. Linda hield van koken, moestuinieren en bleef fotograferen. Haar foto's geven een mooi intiem inkijkje in het leven van haar hechte gezin. Er zijn interessante fotoboeken met haar werk verkrijgbaar.

Eén van Linda's vele originele familiefoto's, genomen op High Park Farm in Schotland


Gevecht tegen borstkanker
In de jaren '90 werd Linda steeds actiever als dierenrechteactiviste. Samen met haar goede vriendin Carla Lane schreef ze zelfs een aantal liedjes over het onderwerp. Als overtuigd vegetariër legde ze zich toe op het schrijven van een kookboek en het ontwikkelen van vleesvervangende producten. Geholpen door haar bekendheid gaf ze een enorme boost aan deze nieuwe markt. Het leven van de McCartneys stond echter stil toen in december 1995 borstkanker bij Linda werd ontdekt. Er volgde een zware periode waarin Linda chemokuren en zelfs een beenmergtransplantatie onderging. De ziekte leek overwonnen, maar sloeg begin 1998 opnieuw toe. Linda nam in april dat jaar afscheid van haar beste vrienden, waaronder Chrissie Hynde van The Pretenders en mede-activiste Carla Lane en vertrok met haar gezin naar de familieranch in Arizona. Op 15 april reed ze nog één keer met haar paard door het haar zo geliefde landschap. Ze verzwakte verder en bleef op bed liggen met Paul naast zich, samen wachtend op het einde. Op 17 april 1998 stierf Linda, temidden van haar gezin. Dat is deze week alweer 19 jaar geleden.

Eén van de laatste keren dat Linda gefotografeerd werd, tijdens een modeshow van dochter Stella


Groot gemis
Vanzelfsprekend waren Paul en de kinderen kapot van haar dood. Tot op de dag vandaag uiten de McCartney-kinderen hun liefde en gemis voor hun bijzondere moeder in interviews of via hun social media-kanalen. Stella McCartney vertelde ooit hoe zeer haar eigenzinnige moeder (die vaak twee verschillende sokken droeg) haar nog steeds beïnvloedt als mode-ontwerpster. Mary werd net als moeder, fotografe en ontwikkelde ook een liefde voor vegetarisch koken. De stille en wat onzekere James worstelde jarenlang met het verlies van zijn moeder. Heather leidt een teruggetrokken bestaan in de VS. Bij het naderen van haar sterfdag zijn in ieder geval Stella en Mary naar het familiehuis in Arizona gereisd, om hun moeder te herdenken. Beide McCartney-dochters delen deze week opvallend veel foto's van het woestijnlandschap via hun social media-kanalen. Hun stille missie is duidelijk. Althans voor wie goed oplet.





Een paard in de kerk
Paul eerde Linda op 10 juni (Londen) en 22 juni (New York) met twee indrukwekkende herdenkingsdiensten. Aanwezig waren onder andere Sir George Martin, George Harrison en Ringo Starr. Joanna Lumley las het gedicht Death Is Nothing At All, het Brodsky Kwartet speelde The Lovely Linda en een doedelzakspeler verzorgde een soloversie van Mull of Kintyre. Een groep studenten van het Liverpool Institute of Performing Arts bracht Blackbird. De bijeenkomst in New York werd bijgewoond door Linda's Amerikaanse familie. In de Riverside Church was zelfs Linda's favoriete paard bij de herdenkingsdienst aanwezig. Haar postuum verschenen album Wild Prairie, dat zich vooral focuste op haar liefde voor dieren en haar activisme, bereikte in Amerika slechts de middelste regionen van de album top-100. Het maakte niet uit, het was Linda's statement en haar enorme drang om de wereld een beetje beter te maken. 



De liedjes voor Linda
Linda inspireerde Paul enorm als componist. Zo verwees hij in zijn ultieme liefdeslied Maybe I'm Amazed regelrecht naar de kracht die zij hem rond het uiteengaan van The Beatles gaf. Paul richtte zich in het werkelijk magistrale nummer Dear Boy aan Linda's ex-man Melville See. My Love werd een grote hit en The Lovely Linda vormde de openingstrack van Pauls eerste soloalbum In Waterfalls zong Paul over de angst Linda te verliezen. Graag kom ik nog eens terug op deze liedjes. Ook op Linda als fotografe trouwens, want ik kan in deze blog onmogelijk alles laten zien en horen. Ik deel daarom vandaag het meest bijzondere nummer waarvoor Linda de inspiratie vormde. Samen met de beelden van het jonge McCartney-gezin, veelal gemaakt in Schotland, is het een zeer ontroerend monument voor de liefde tussen twee mensen [filmpje]:




Maybe I'm amazed at the way you love me all the time
Maybe I'm afraid of the way I love you
Maybe I'm amazed at the the way you pulled me out of time
And hung me on a line
Maybe I'm amazed at the way I really need you

Maybe I'm a man and maybe I'm a lonely man
Who's in the middle of something
That he doesn't really understand
Maybe I'm a man and maybe you're the only woman
Who could ever help me
Baby won't you help me understand

Maybe I'm a man and maybe I'm a lonely man
Who's in the middle of something
That he doesn't really understand
Maybe I'm a man and maybe you're the only woman
Who could ever help me
Baby won't you help me understand

Maybe I'm amazed at the way you're with me all the time
Maybe I'm afraid of the way I leave you
Maybe I'm amazed at the way you help me sing my song
Right me when I'm wrong
Maybe I'm amazed at the way I really need you



zaterdag 8 april 2017

Hoe The Beatles blazers gebruikten om hun nummers te versterken

Nog maar net bekomen van al het nieuws rondom de spectaculaire jubileumuitgave van Sgt. Pepper's Lonely Hearts Club Band, kan ik schrijven: het is gelukt! In april 2016 sprak ik met mezelf af dat ik een jaar lang elke week een verse blog over The Beatles zou publiceren. Ik mocht geen week verzaken. Vakantietijd, Kerst....er moest en zou een wekelijkse blog te lezen zijn. Schrijven deed ik op rustige momenten waarop ik inspiratie had. Daarmee kon ik in hectische weken (en die waren er, het was een heftig jaar) uit mijn voorraadje putten. Het schrijven heeft me veel gebracht. Leuke reacties, die me inspireerden om door te gaan, nieuwe contacten en vooral heel veel plezier. Ik heb ontdekt dat ik meer wil en moet doen met schrijven. Zowel privé als in mijn werk. Wie weet wat de toekomst brengt!

En nu?
Het jaar is om. En nu? Ik peins er niet over om te stoppen. Maar zou het me lukken om het strakke wekelijkse schrijfschema vol te houden? Moet ik wat anders gaan doen? Zal ik een Engelse equivalent van deze blog lanceren? Ik ben er nog een beetje over aan het nadenken. In ieder geval wil ik alle lezers heel hartelijk bedanken. Wat fijn dat jullie bleven meelezen en mooie feedback en aanvullingen bleven posten. Soms openbaar, maar ook heel vaak via privéberichtjes. Ik moet eerlijk toegeven dat je verrekte veel over The Beatles weet voor een vrouw was wel de meest bijzondere privéreactie die ik kreeg. Maar hij was goed bedoeld. Het gaat om de intentie hè ;-) Jij bent zo ontzettend consequent zei Ramon Dorenbos (Maccazine, Beatlesfanclub.nl) me. Dat vond ik een heel aardig compliment. Tenslotte dan ook een bedankje aan Fab4Cast, Maccazine, het Beatlesmuseum Alkmaar en de Nederlandse Beatlesfanclub. Via deze digitale platforms vonden de blogs hun weg naar nog meer lezers.

Genoeg over de blog nu. Deze week gaat het verhaal over The Beatles & blazers!
Liedjes waarin trompetten, trombones en hoorns te horen zijn, vind ik altijd fantastisch. Het geluid van koperblazers heeft altijd een enorme aantrekkingskracht op me gehad. In iets mindere mate heb ik dat met de rietblazers, maar als saxofoons weer gecombineerd worden met koper, is het dik voor elkaar. Deze week dacht ik na over de mate waarin The Beatles blazers aan hun muziek toevoegden, wanneer ze dat deden en wat de meest in het gehoor springende voorbeelden zijn. Iedereen zal zo zijn eigen voorkeur hebben. Daar ben ik overigens ook benieuwd naar. Een rondje BeatlesBlazers!



Yesterday opende de deur naar een nieuw geluid
Begin jaren '60 startten The Fab 4 als een pure gitaarband. Op de eerste Beatlesplaten was hooguit een piano te horen, gespeeld door producer en arrangeur George Martin en vaak was dat alleen ter ondersteuning van de gitaarpartijen. In 1965 was daar ineens een enorme doorbraak in het bandgeluid. George Martin schreef voor Yesterday een ingetogen arrangement voor strijkers. Weg was het vertrouwde geluid dat The Beatles en menig ander gitaarbandje tot dan toe in de ether hadden geslingerd. Dit was iets heel nieuws. En het bleek een gouden greep. Het gebruik van twee violen, een altviool en een cello op Yesterday zette de deur open voor meer nieuwe instrumenten en klankkleuren op Beatlesplaten. Al snel deden de blazers hun intrede. Met name in de middenperiode van het bestaan van de band horen we ze in menig nummer langskomen.

McCartney leerde op jonge leeftijd trompet spelen, maar ruilde het
instrument al snel voor een gitaar.


Van klassiek, naar big band, naar Motown
Van John, Paul en George is bekend dat ze grote fans waren van de Motown- en Stax-sound. Zat Ringo trouwens niet meer in de country-hoek? Nummers als Please Mr. Postman en You Really Got A Hold On Me maakten zodoende deel uit van vroege live-repertoire van de band. Er werd veel geluisterd naar Amerikaanse platen en ik stel me voor dat het gebruik van blazers in de zwarte Amerikaanse muziek Lennon en McCartney moet hebben geïnspireerd om een nieuw geluid aan hun eigen muziek toe te voegen. George Martin, zelf een geschoold hoboïst, bracht zijn ideeën vanuit de klassieke hoek in. Tel daarbij Paul McCartneys big band-invloeden vanuit zijn jeugd op. Vader Jim was trompettist en leidde zijn eigen orkest. Je zou kunnen zeggen dat The Beatles als vanzelf op het spoor van de blaasinstrumenten gezet werden. En wat voegde dat veel toe! 

The Beatles waren grote Motown-liefhebbers

In het gehoor springende solo's
Als we kijken naar Beatlesnummers waarin een blaasinstrument met name ingezet wordt om de solo te verzorgen, dan denk ik aan het eerste opvallende voorbeeld daarvan in het Beatlesrepertoire. In het Dylan-esque You've Got To Hide Your Love Away bespeelt John Scott een tenor- en een altdwarsfluit. Het nummer is, net als Yesterday afkomstig van het album Help! Vaak worden Rubber Soul en Revolver de scharnieralbums uit het repertoire van The Beatles genoemd. Albums die een brug vormden tussen het vroege en late repertoire van de band. Bijvoorbeeld qua composities, productie en instrumentgebruik. Toch was Help! al een voorbode, als we kijken naar de violen van Yesterday en de dwarsfluiten op You've Got To Hide Your Love Away. Een nog veel mooier voorbeeld van een solo is uiteraard het hoornspel van Alan Civil op de McCartney-compositie For No One. [fillmpje]



Bachs barok kwam terug op Penny Lane
De ultieme BeatlesBlaasSolo laat zich eenvoudig raden: de piccolotrompet op Penny Lane, gespeeld door Dave Mason. De barokke solo, gecomponeerd door Paul McCartney, was gebaseerd op Bach's Tweede Brandenburger Concert, dat Paul volgens mij met Kerst op de televisie moet hebben gezien. Mason, een gerenommeerd trompettist, mocht op 17 januari 1967 de solo komen inspelen in de Abbey Road-studio's en legde daarmee een geluid vast dat vele malen in de popmuziek zou worden gekopieerd. De beste man kreeg 27 pond en 10 shilling voor zijn studiosessie met The Beatles. Bekijk hier wat David zelf vertelde over de totstandkoming van die iconische solo: [filmpje]



De beroemde trompetsolo van Penny Lane


Blokfluiten en saxofoons
Andere mooie voorbeelden van blazers die echt een solomelodie op een Beatlesnummer spelen zijn de blokfluit op Fool On The Hill, de saxofoonsolo op Lady Madonna, het mooie ensemblewerk op Sgt. Pepper's Lonely Hearts Club Band en het intro van All You Need Is Love, natuurlijk direct herkenbaar als La Marseillaise. Dat stukje ensemble op Sgt. Pepper's Lonely Hearts Club Band is trouwens een persoonlijke favoriet. Het is zo smaakvol gearrangeerd en vormt een ideale combinatie van klassiek en pop. Ik ben benieuwd of iemand het met me eens is. Trouwens ook of we op die jubileumeditie van Pepper veel mixen en outtakes met blazers zullen tegenkomen.



De blazers als begeleiding
In de periode '66-'68  zetten The Beatles steeds vaker blazers in als begeleidingsinstrument, ter versterking van de algehele sound van een nummer. Zo was Got To Get You Into My Life stevig geënt op de Motown-sound. Het is misschien wel het meest uitgesproken blazersnummer uit het repertoire van The Fab 4. When I'm 64 werd gedragen door klarinetten, met een ontzettend mooi arrangement van George Martin. Good Morning, Good Morning kreeg kracht door de blazers van het gezelschap Sounds Incorporated. In nummers als Strawberry Fields Forever, I Am The Walrus en Magical Mystery Tour is het geluid van de blazers, vaak in combinatie met dat van de strijkers, niet weg te denken. 





Op het Witte Dubbelalbum zijn de blazers prominent aanwezig
In de enorme diversiteit van liedjes op het zo geliefde Witte Dubbelalbum uit 1968 grepen The Beatles ook vaak terug op het gebruik van blaasarrangementen. Van het wat banale getoeter op Ob-La-Di, Ob-La-Da, via de nostalgisch klinkende rietblazers op Honey Pie, tot het wonderschone koperwerk op Mother Nature's Son en Martha My Dear (hier weer een persoonlijke favoriet!). Op Revolution I is ook volop koper te horen. Een speciale vermelding verdient George Harrisons Savoy Truffle, waarop hij Eric Claptons voorliefde voor bonbons bezingt, begeleid door scheurende tenor- en baritonsaxofoons. Na de Witte Dubbel nam het gebruik van blazers in Beatlesnummers weer af. In hun solocarrières zouden The Fab 4 er echter nog regelmatig op teruggrijpen. Wat zijn jullie favoriete blazerspartijen uit het Beatlestijdperk?



zaterdag 1 april 2017

Hoe George Harrison op Friar Park in de voetsporen trad van de excentrieke Sir Harold Crisp

Als je Londen in westelijke richting uitrijdt en de M40 richting Oxford of de M4 naar Reading neemt, dan kun je de snelweg na enkele tientallen kilometers verlaten. Je zet koers naar het dorp Henley-On-Thames in Oxfordshire. In deze pittoreske plaats, die uit de Middeleeuwen stamt, streken George en Pattie Harrison op 12 maart 1970 neer. Ze gingen wonen aan de rand van het dorp, op het landgoed Friar Park. Het bleef de hoofdresidentie van George Harrison gedurende de rest van zijn leven. Een plek met een verhaal, die hem inspireerde tot het schrijven van diverse liedjes. Een plek die hem de ruimte bood om afstand te nemen van zijn hectische bestaan als publiek figuur. Een plek tenslotte, die precies paste bij het tegenstrijdige karakter van Harrison: dicht bij het kosmopolitische Londen, maar zo afgeschermd en uitgestrekt dat hij er als een kluizenaar kon leven.



Van een bungalow naar een kasteel met 120 kamers
George en Pattie kochten het enorme landhuis en het omliggende park in januari 1970. The Beatles waren in die periode als band zo goed als uitgespeeld en George en Pattie zochten een ruimer onderkomen dan hun bungalow Kinfauns, in de plaats Esher, die een stuk dichter bij Londen lag. Wat maakten ze een stap, qua ruimte. Friar Park was een kasteel, gebouwd in neo-Gotische stijl, met 120 kamers, op een landgoed van 25 hectare, waarop zich nog een aantal andere gebouwen bevonden. George moet vast gevallen zijn voor de bijzondere inrichtingselementen en details die de oorspronkelijke eigenaar, Sir Frank Crisp, had bedacht. De Harrisons telden destijds 140.000 pond voor het 'pandje' neer.

Luchtfoto van het landgoed

Een Efteling met een replica van de Matterhorn
Sir Frank Crisp moet een excentriekeling zijn geweest. De succesvolle Engelse advocaat en microscopist liet het huis in 1889 bouwen. Op het terrein bedacht hij grotten, ondergrondse gangen, een waterval, rotstuinen en een 6 meter hoge replica van de Matterhorn! In de tuinen plaatste Crisp vreemde tuinkabouters en de gebouwen en tuinen versierde hij met allerlei grappige details. Zo ontwierp landschapsarchitect Henry Ernest Milner voor hem een vijver met stenen die zich vlak onder het wateroppervlakte bevonden, waarmee de illusie gewekt werd dat je over het water kon lopen. Alle lichtknoppen in het huis hadden het gezicht van een monnik, van wie je de neus omhoog of omlaag moest duwen om het licht aan en uit te doen. Als we mee hadden gemogen, tijdens de bezichtiging, hadden we George ongetwijfeld kunnen horen grinniken. Friar Park was, kortom, een soort Efteling.

Sir Frank Crisp

Woongemeenschap voor de nonnen
Crisp, tevens tuinbouwkundige, stelde zijn park open voor wandelaars, zodat iedereen kon meegenieten van zijn sprookjeswereld. Hij woonde er tot zijn dood in 1919. Het landgoed werd daarna aangekocht door Sir Percival David, die het een aantal jaren later, na zijn scheiding, beschikbaar stelde als woongemeenschap voor een aantal nonnen uit de orde van de Salezianen van Don Bosco. Tegen het einde van de jaren '60 was het landhuis in zeer vervallen staat. Het stond op de nominatie om gesloopt te worden, toen de bijna 27-jarige George Harrison, die er al een complete carrière als Beatle op had zitten, interesse toonde om het te kopen.

Historische prent van Friar Park

George in één van de grotten op het terrein

Inspiratie voor albumhoezen
Begin 1972 liet George er een geavanceerde 16 sporen-opnamestudio bouwen en Friar Park werd zodoende de plek waar hij veel van zijn albums opnam. Zijn bijzondere woonomgeving was regelmatig terug te vinden in zijn liedjes of op de covers van zijn albums. Zo poseerde George voor de hoes van All Things Must Pass temidden van de antieke tuinkabouters van Sir Frank Crisp.



Friar Park kwam volop terug in Georges muziek
Op All Things Must Pass zong George over zijn excentrieke 'huisbaas' in het nummer Ballad of Sir Frankie Crips (Let it Roll). In deze clip kun je het nummer beluisteren, de tekst lezen en een aantal foto's van het landgoed bekijken. Voor sommige nummers vond George inspiratie in inscripties op de gebouwen van het landgoed. Denk daarbij aan teksten als Ring out the old, ring in the new (Ding Dong, Ding Dong) en Scan not a friend with a microscopic glass, you know his faults now let his foibles pass (The Answer's At The End). Met het nummer Crackerbox Palace, dat verwijst naar de bijnaam die George zijn kasteel gaf, bracht hij een vrolijke ode aan de plek waar hij woonde. In de clip volop beelden van Friar Park [filmpje]



George stond vaak midden in de nacht te tuinieren
Op Friar Park kon George zijn ziel en zaligheid kwijt in zijn nieuwe hobby: tuinieren. Hij liet de vervallen tuinen restaureren en werkte er zelf ook graag in. Bij voorkeur 's nachts, zo legde zoon Dhani in een interview uit: He'd garden at night-time until midnight. He'd be out there squinting because he could see, at midnight, the moonlight and shadows, and that was his way of not seeing the weeds or imperfections that would plague him during the day... Het werd pas echt een familieaangelegenheid toen ook één van Georges broers en vader Harrison neerstreken op Friar Park, om George te helpen op het landgoed.


George the Gardener


Wat vond Pattie van Friar Park?
Voor Pattie was het vast ook even wennen om ineens een soort kasteelvrouwe te worden. Aanvankelijk had ze met George een ander huis op het oog gehad. Het stel was gaan kijken in de buurt van Lewes, East-Sussex, naar een optrekje met de naam Plumpton Place. Hun bod werd afgewezen door de eigenaresse, die weinig trek had in het idee dat er rock 'n' rollers in haar huis zouden trekken. Ze verkocht het aan de plaatselijke dokter, die het verkocht aan Michael Caine, die het op zijn beurt verkocht aan Jimmy Page. Opzet mislukt, maar George en Pattie hadden nog geen nieuw huis. Hun oplettende makelaar zag de piepkleine advertentie in de Sunday Times staan, waarmee de nonnetjes het landgoed te koop zetten. Pattie ging eerst zelf met hem een kijkje nemen en wist niet hoe snel ze George moest aansporen de volgende dag met haar mee te gaan. In haar autobiografie schrijft Pattie uitgebreid over hoe het huis en de tuinen er uit zagen. Het was een sprookje, maar het was een ook plek die haar soms angst inboezemde, vanwege het grote huis met de koude en donkere kamers. Uiteindelijk hield haar huwelijk met George geen stand en viel ze voor de charmes van Eric Clapton. Pattie pakte haar koffers en verliet het landgoed in 1974.

Pattie en George tijdens hun eerste zomer op Friar Park

Olivia redde George
Uiteindelijk vond George nieuw geluk bij Olivia Arias, met wie hij trouwde en zoon Dhani kreeg. De familie beleefde gelukkige en rustige jaren op het landgoed en woonde af en aan ook wel tijdelijk op andere exotische locaties, maar Friar Park bleef hun veilige thuisbasis. George was regelmatig in de plaatselijke pub te vinden, met een biertje voor zijn neus of een gitaar om zijn nek. Het gezin kon een betrekkelijk rustig leven leiden in het Engelse dorp. Wrang genoeg was Friar Park juist de plek waar George en Olivia in de nacht van 30 december 1999 aangevallen werden door een inbreker die het huis, ondanks alle beveiliging, had weten binnen te dringen. Olivia wist de inbreker knock out te slaan, nadat deze herhaaldelijk met een mes op George instak. Het liep uiteindelijk goed af.

Dhani, Olivia en George

Olivia zorgt dat alles zorgvuldig bewaard blijft
Na Georges overlijden in 2001 bleef Olivia Harrison op Friar Park wonen. Al veertig jaar is het bijzondere landgoed haar thuisbasis. Ook Dhani is er nog regelmatig te vinden. Bijvoorbeeld wanneer hij gebruik maakt van de opnamestudio van zijn vader. Recent heeft Olivia besloten dat het landgoed een officieel archief krijgt. Daarin wordt zowel alles van George als van de geschiedenis van Sir Frank Crisp, het huis en de tuinen bijeen gebracht. Er komt zelfs een vacature voor een archivaris, die het allemaal mag gaan beheren. Het is dat ik zo verknocht ben aan Deventer...