zaterdag 29 oktober 2016

Over Lennon en McCartney die naar Parijs gingen en thuiskwamen met het Beatles-kapsel

Een paar weken geleden schreef ik over het familiebezoek van George Harrison en zijn broer Peter aan hun zus Louise in de Verenigde Staten. Kort voordat The Beatles Amerika veroverden, kon George in het najaar van 1963 geheel anoniem op reis. Ik vond dat één van de leukste blogs tot nu toe om te schrijven. Waarom? Dat weet ik eigenlijk niet. Misschien omdat het zo'n fijn, klein, relatief onbekend stukje Beatles-geschiedenis is. Deze week schoot me te binnen dat John Lennon en Paul McCartney ook eens zo'n tripje gemaakt hebben. Twee vrienden die zich met het verjaardagsgeld van John zo rijk rekenden dat ze grootse plannen maakten. Ook dat was nog in een periode waarin er van roem nog geen sprake was. Ze gingen op pad, maar het liep allemaal anders dan gepland...

John bij de boot naar Duinkerken

Liftend naar Spanje
We schrijven september 1961. The Beatles, nog met Pete Best als drummer, waren in Liverpool al een redelijk bekende band, maar het liep allemaal nog niet heel erg voorspoedig. Van een doorbraak was nog geen sprake. Zo was Brian Epstein als manager nog niet in beeld. Mona Best, Pete's moeder, ontfermde zich in deze periode over de jongens en probeerde hen overal te promoten. Hoewel er de nodige optredens geboekt waren, besloten John Lennon en Paul McCartney eind september van dat jaar vrij impulsief om er een maand tussenuit te gaan. John zou op 9 oktober 21 worden en zijn tante Elizabeth uit Edinburgh had hem 100 Pond beloofd om deze bijzondere verjaardag te markeren. 100 Pond. Cash. Een heel bedrag in 1961 en zeker voor de 19-jarige Paul en dus bijna 21-jarige John. De vrienden voelden zich rijk en smeedden een wild plan om al liftend naar Spanje te gaan en een maand weg te blijven. Je voelt de voorpret.

Een jonge Lennon en McCartney in Parijs, oktober 1961

George Harrison was woest
Maar hoe leuk en spannend dat verhaal ook leek, niet iedereen was er blij mee. Er moesten namelijk heel wat geplande optredens afgezegd worden. George Harrison was woest, want het betekende dat hij en Pete Best geen inkomsten zouden hebben. Maar ook toen al, deed zijn mening er binnen de groep nauwelijks toe. Natuurlijk gingen John en Paul op reis. Ze kregen de boodschap mee dat het eerstvolgende optreden in Liverpool op 15 oktober zou zijn en dat ze dan beslist terugverwacht werden. Uit de overlevering weten we dat John en Paul op zaterdag 30 september 1961 gezien zijn in Lime Street, op weg naar het treinstation van Liverpool. Spijkerbroek, leren jack en, voor de gelegenheid, allebei een bolhoed op. Het plan om te liften was alweer veranderd. Ze hadden immers geld voor de trein. De eerste halte zou Parijs zijn. Daar zouden ze een tussenstop maken, op weg naar het zuiden.

John met zijn bolhoed in de hotelkamer in Montmartre

Op zoek naar een oude vriend
Via Londen ging het per trein naar Dover. De laatste boot bracht hen naar Duinkerken en de eerste trein naar Parijs. De volgende ochtend liepen Lennon en McCartney het Garde du Nord uit, de Franse hoofdstad in. Hun avontuur was nu pas echt begonnen. Een jaar eerder hadden John en Paul in Hamburg, waar ze met The Beatles een tijd in clubs speelden, drie belangrijke vriendschappen gesloten. Met Klaus Voormann, Astrid Kircherr en Jürgen Vollmer. Deze vrienden, afkomstig uit de Hamburgse kunstacademie-scène, zouden (elk op hun eigen manier) een heel belangrijke rol blijven spelen in de levens van de vier Beatles. Daarover misschien later nog eens meer. Jürgen Vollmer timmerde aan de weg als fotograaf en was inmiddels verhuisd naar de Lichtstad. John en Paul wisten in welk eenvoudig logement Jürgen verbleef en bleven in de buurt rondhangen tot ze hem later die dag ontmoetten.

Paul, met op de achtergrond Jürgen Vollmer, in Parijs

Artistieke sfeer
De twee vonden onderdak in een goedkoop hotel in Montmartre. De volgende dag wandelden ze rond in de stad, die hen bijzonder beviel. De mooie blonde Brigitte Bardot-achtige meisjes, de artistieke, wat exotische sfeer. Het was een compleet andere wereld dan de havensteden Liverpool en Hamburg, die ze gewend waren. De jongens paradeerden door de stad, bezochten de Eiffeltoren, zagen het Louvre en dronken een wijntje in het beroemde Les Deus Magots, het café dat Hemingway en Sartre frequenteerden. Het plan om naar Spanje te reizen verdween langzaam naar de achtergrond. Na een week wisten John en Paul het zeker: dit was hun favoriete stad!

John bij de Eiffeltoren

Niet Frans, dus niet interessant
Natuurlijk waren Lennon en McCartney ook wel benieuwd hoe de Parijse muziekscène er uitzag. Ze bezochten diverse cafés waar bandjes optraden en boden zichzelf, via Jürgen, aan als muziekduo The Nerk Twins, in de hoop een optreden te krijgen. De Fransen waren niet geïnteresseerd, ook niet in Vollmers aanbeveling dat de muzikanten in de bekendste band van Liverpool speelden. Het was niet Frans, dus niet interessant.

En ineens kregen Lennon en McCartney een 'Beatles-kapsel'
Op zaterdag 9 oktober brak Johns 21ste verjaardag aan. Veel is er niet bekend over die dag, wel dat Paul hem trakteerde op een hamburger en een glas cola. Een paar dagen later, zo rond 12 oktober, gebeurde er iets interessanters. Daarover vertelde Jürgen Vollmer jaren later in een interview. Hij kon zich het bezoek van zijn Engelse vrienden nog goed herinneren. De Liverpoolse rockers, die nog met vetkuiven en leren jasjes rondliepen, keken met bewondering naar de manier waarop de Franse mannen zich kleedden. Jürgen bewonderden ze om zijn kapsel. Vollmer had zijn haardracht op zijn beurt weer afgekeken van de coupe van studievriendin Astrid Kircherr. De Franse film Le Testament d'Orphée (Jean Cocteau, 1959) had Astrid op het idee gebracht een kapsel te introduceren waarbij het haar juist naar voren gekamd werd. Het liefst veranderden John en Paul hun eigen vetkuiven in de artistieke haardracht van Vollmer. Want ook hij droeg zijn haren juist naar voren gekamd, met een lichte scheiding. Het duurde niet lang of Vollmer veranderde de Teddy Boy-kapsels van Lennon en McCartney in de Franse stijl. Daarmee werd, eigenlijk onbedoeld, de zo karakteristieke Beatles-haardracht geboren, maar dat zou pas later blijken. John en Paul zagen ook dat de Franse mannen in broeken met wijde pijpen liepen en kochten elk een soortgelijk model. 

Paul met bolhoed, leest zittend op het bidet, de Franse krant

Dapper vasthouden aan de nieuwe haardracht
De tijd begon te dringen en de vrienden keerden terug naar Liverpool voor de geplande optredens die in de agenda stonden. John en Paul waren met hun nieuwe kapsel een verschijning in hun geboorteplaats. In Liverpool trok men, bij het zien van de twee jongens, een wenkbrauw omhoog. Met de gebruikelijke plaatselijke directheid werden John en Paul met beide benen op de grond gezet: Eh, your hair's gone funny, kregen ze te horen. De twee deden nog een poging hun haren weer naar achteren te kammen, maar dat lukte niet meer. Dus was al snel het zelfverzekerde antwoord No, this is the new style. De broeken met de wijde pijpen droegen ze trouwens nooit in Liverpool. Dat durfden zelfs Lennon en McCartney niet aan.



zaterdag 22 oktober 2016

Hoe Paul McCartney dankzij Little Richard zijn Rock & Roll-stem vond

Ik ben altijd een beetje jaloers op mensen die mooi kunnen zingen. Niet alleen omdat ze een fantastische zangstem hebben, maar ook vanwege hun vermogen om moeiteloos een tweede of derde stem in te zetten. Al jaren speel ik in bandjes en altijd was dat met zangers en zangeressen die daar een enorm talent voor hadden. De laatste jaren is het helemaal genieten, nu ik basgitaar speel in de Dames van Adel. Ik houd daarbij zelf wijselijk mijn mond, maar de drie dames zingen één-twee-driestemmig met het gemak waarmee ze ademhalen. Een mens kan op zangles, werken aan z'n techniek, maar een mooie stem héb je (of niet). Meerstemmig kunnen zingen, is volgens mij ook zo'n talent waarmee je gewoon gezegend bent.



Het stemgeluid van Paul McCartney behoort tot ons collectieve geheugen
Deze week mijmerde ik daar een beetje over. Als vanzelf kwam ik uit op de zangstem van Paul McCartney. Over die stem is de laatste jaren al heel veel gezegd en geschreven. Daarmee doel ik natuurlijk op het feit dat de inmiddels 74-jarige Paul nog steeds heel veel live optreedt en volgens velen vocaal niet meer zo kan schitteren zoals hij als, pak 'm beet, 22-jarige muzikant kon. Die hele discussie laat ik in deze blog voor wat hij is. Smaken verschillen, maar ik kan me niet voorstellen dat iemand Paul McCartney ooit een slechte zanger heeft genoemd. Sterker nog, er zijn ontzettend veel mensen die hem een fantastische vocalist vinden. Zijn stemgeluid hoort tot ons collectieve geheugen en wanneer ik, vanuit het niets en geheel onverwacht, de inzet van Hey Jude hoor, dan heb ik het kippenvel op mijn armen staan. Heel soms vind ik dat (in de verte) Billy Joel of Paul Simon qua timbre in de buurt van McCartneys klankkleur komt. Hebben jullie dat ook? Of zijn er betere voorbeelden te bedenken?

Een heldere tenor met een rafelrandje
Maar goed, die heldere en tegelijk ook warme tenor-klank in ballads als Hey Jude, Yesterday en Let It Be is natuurlijk heel bekend. Bij de meerstemmige zang, die veelvuldig te horen is in de nummers van The Beatles, verzorgde Paul vrijwel altijd de hoogste partijen. In die twee- of driestemmige samenzang gebruikte Paul zijn hoge register meestal op een cleane manier. Maar in de jaren '60 en '70, toen hij vocaal op de toppen van zijn kunnen was, koos McCartney juist ook heel vaak voor het wat ruigere rock 'n' roll-register in zijn stem. Dat deed hij vooral wanneer bij het zingen van leadpartijen in een nummer. Over dat hoge, ruige stemgeluid wil ik het deze week hebben.

Het debuutalbum van Little Richard uit 1957. Wat een fantastische hoes!

Little Richard was het grote idool van Paul McCartney
Stevig beïnvloed door de aanstekelijke sound van zijn grote idool Little Richard, ontdekte Paul al op jonge leeftijd dat het hem zelf ook prima afging om 'een strot op te zetten'. Hoog, maar dan met een rafelrandje. Paul was zo verzot op Little Richard, dat hij zijn laatste schooldag op het Liverpool Instituut vierde door boven op een bureau te gaan staan met een gitaar om zijn nek. Vol overgave zette hij daarbij Long Tall Sally en Tutti Frutti in, met dezelfde hoge stem die zijn idool had. In het boek Tune In van Mark Lewisohn las ik dat Paul over die stem van Little Richard zei: Little Richard was this voice from heaven or hell, or both. This screaming voice seemed to come from the top of his head. I tried to do it and one day I could. You had to lose every inhibition and do it. Kortom, Paul was betoverd en dit is wat hij hoorde en probeerde te imiteren [filmpje]:



In het voorprogramma van zijn idool
Als Beatle, nog aan het begin van zijn carrière, kwam er een droom in vervulling toen Paul een aantal keren in het voorprogramma van Little Richard, op tournee in Europa, mocht staan. Het duurde niet lang voordat McCartney een nummer in dezelfde stijl schreef. Met I'm Down bracht Macca een ode aan de Afro-Amerikaanse zanger die hij zo bewonderde.

The Beatles in '63 met hun idool Little Richard

Oh! Darling: het is haast too much
In latere jaren verdwenen langzaam maar zeker de rock 'n' roll-covers uit het repertoire van The Fab 4. Daarmee raakte ook het werk van Little Richard naar de achtergrond. De muziek van The Beatles werd experimenteler en gevarieerder. Toch was er in het latere werk van de groep af en toe nog ruimte voor dat uitzonderlijke hoge register van McCartney. In nummers als Helter Skelter (vaak het eerste hardrock-nummer ooit genoemd) leverde Paul een opmerkelijke zangprestatie en ook in I've Got A Feeling (op het Let It Be-album) horen we een naar mijn mening zeer smaakvolle hoge zangpartij. In Oh! Darling (van Abbey Road) haalt Paul het, in een jaren '50-achtige soulballad in zeskwartsmaat, werkelijk uit zijn tenen. Ik vind de zang op dat nummer zo intens, dat ik regelmatig het eind niet haal als luisteraar. Herkennen jullie dat? Dat zegt niets over mijn waardering voor Paul's zangpartij. Die is fenomenaal. Maar het is veel, heel veel. En tegelijkertijd denk ik: God, wat kan die man zíngen. In onderstaand filmpje is een amusante geluidsopname te horen van Paul in de Abbey Road-studio's, in de zomer van 1969. Hij warmt zijn stem voordat de opnames van Oh! Darling starten. Het vergde blijkbaar toch even wat vocaal rek- en strekwerk om de stembanden op temperatuur te krijgen. Luister bijvoorbeeld rond 2 minuut 20 [filmpje].




In de jaren '70 werd het eigenlijk nog veel beter
In de eerste helft van de jaren '70, Paul was toen rond de 30, verdiepte zijn stemgeluid zich iets. Dat deed echter geen afbreuk aan zijn vermogen om die bekende hoge noten te blijven raken. Hier was Macca in topvorm. Zijn stem was lenig en flexibel, had hoog en laag. Zet een zoete ballad als My Love naast bombastische nummers als Jet en Bond-song Live and Let Die: alle hoge noten worden moeiteloos en met verve gezongen. ('You gotta give the other fellow hellllllllll!') Veel Macca-liefhebbers zijn er gek op, op dat ruige (andere) geluid van hun idool. Gekoesterd worden nummers als Maybe I'm Amazed en het onbekende en uiterst curieuze Monkberry Moon Delight.

In de seventies zong McCartney de sterren van de hemel

Positief verrast: Lonely Road
De laatste decennia doet Paul het op studioalbums vocaal wat rustiger aan. Hij put meer uit zijn lage register en klinkt overduidelijk als een man op leeftijd, die meer zang-uren op zijn naam heeft staan dan de gemiddelde artiest. Toch was ik deze week weer positief verrast toen ik Pauls album Driving Rain (2001) beluisterde. En dan met name over het openingsnummer. Op Lonely Road lukte het de op dat moment bijna 60-jarige McCartney om nog eens die stem met dat 'randje' op te zetten in de laatste minuut van de track. Mooi werk! [filmpje]



Niet schreeuwen maar zingen
Wat Pauls manier van zingen in de jaren '60 en '70 zo bijzonder maakte, is dat hij altijd met techniek is blijven zingen (hoe ruig zijn geluid ook was), daar waar veel hedendaagse sterren het al snel op een schreeuwen zetten. Ben je bijvoorbeeld wel eens bij een musical geweest? ;-) Op zoek naar een overzichtje van hoogtepunten uit het hoge register van Paul McCartney, vond ik dit compilatie-filmpje op YouTube. Het bevat een aantal voorbeelden uit dit verhaal. De kenners zullen er ongetwijfeld weer even van smullen. Voor de mensen die Paul vooral van zijn ballads en midtempo-nummers kennen, is het een interessante kennismaking met zijn veelzijdige stem. Gelukkig hebben we de opnames nog! [filmpje]



zaterdag 15 oktober 2016

Good Morning, Good Morning: hoe een pak cornflakes John Lennon inspireerde

Deze week wil ik het hebben over Inspiratie. Best moeilijk is het soms, om geïnspireerd te blijven. Niet alleen in het dagelijks leven bij het werk dat je doet, maar ook bij de hobby die je uitvoert, de sport die je beoefent of in de omgeving waar je woont. Inspiratie vraagt soms om verandering, of juist om te kijken met een nieuwe blik naar het vertrouwde om je heen. Ook voor kunstenaars valt het niet mee om vanuit inspiratie te blijven creëren. Een schilderij, een boek, een foto, een compositie. Maak je iets achteloos, of juist vanuit een bepaald gevoel? Laten we vanmiddag een zwembad gaan schrijven, grapten John Lennon en Paul McCartney wel eens onderling, toen ze in de beginjaren van The Beatles in de gaten kregen hoe goed en gemakkelijk het schrijven van hits hen afging. Toch rolden niet alle nummers zomaar uit hun pen, zoals ik onlangs beschreef in mijn blog over In My Life. Daarin verbouwde John een tekst over zijn busrit door Liverpool, iets alledaags, uiteindelijk tot een symbolisch lied over vriendschap, liefde en herinneringen. Het bleek een ware worsteling.

De verveling sloeg toe in Kenwood
Vandaag wil ik het juist hebben over een nummer waarin het John wél lukte om over iets alledaags te schrijven, al lijkt het liedje wel uit een soort verveling te zijn ontstaan. Nadat The Beatles in augustus 1966 waren gestopt met tournees, was John ineens veel thuis. Dat moet even wennen geweest zijn. Met zijn vrouw Cynthia en zoontje Julian woonde John inmiddels op het Engelse platteland. Zijn imposante huis, Kenwood genaamd, bevond zich in Weybridge. Je zou het een beetje de Londense goudkust kunnen noemen, enkele tientallen kilometers ten zuidwesten van de stad. Ringo woonde met zijn gezin om de hoek en George had met Pattie Boyd een bungalow die twee dorpen verderop stond. Paul bleef trouw aan Londen. Maar goed, daar zat John dus en ik stel me voor dat hij zich een beetje 'stuck inside these four walls' voelde. Hij las, sliep veel, knutselde op zolder in zijn geïmproviseerde thuisstudio, ging steeds meer drugs gebruiken en keek heel veel televisie.

John op één van zijn favoriete plekken, thuis in Kenwood, 1967

Op zoek naar de bewuste Kellogg's-jingle
De televisie inspireerde John bij het schrijven van de tekst van het nummer Good Morning, Good Morning. In die tijd kwam er regelmatig een reclame van Kellogg's Corn Flakes op TV, waarmee onderstaande opgewekte tekst de Engelse huiskamers in werd geslingerd:

Good morning, good morning
the best to you each morning
Sunshine breakfast, Kellogg's Corn Flakes
Crisp and full of fun

Nu leek het me zo leuk om die commercial in deze blog te laten zien en horen. Ik kwam er achter dat het een Britse Kellogg's-jingle was, die inderdaad uit 1967 stamt en die geschreven werd door ene Dave Lee. Je begrijpt het al, ik heb YouTube helemaal uitgekamd, ongeveer elke Kellogg's-reclame uit de jaren '50 en '60 bekeken (leuk klusje trouwens) maar helaas die ene jingle niet kunnen vinden. Net wanneer je denkt Ja, hebbes! gaat de tekst toch weer anders. Wie oh wie heeft dat filmpje wel eens gezien? Ik houd me zeer aanbevolen! Om toch een sfeerbeeld te geven, sluit ik een andere Kellogg's-jingle bij, uit de Good morning-serie. Zoiets moet John Lennon gehoord hebben. Ontvang je mijn blog trouwens in de mail, lees dan vanaf dit punt even online verder. De filmpjes worden niet weergegeven in de e-mail.




Improviseren op zolder
Iets in die reclame moet John ertoe aangezet hebben om de trap op te lopen, naar zijn muziekstudio op zolder. Daar had hij een aantal instrumenten en taperecorders staan. Lennon was verre van technisch en het was Paul McCartney die hem had geholpen alle apparatuur aan te sluiten en met elkaar te verbinden, zodat John opnames en simpele overdubs kon maken. 

John op zijn muziekzolder

Op die zolder nam John dit probeersel van Good Morning, Good Morning op. Ik vind het eigenlijk veel meer dan een probeersel. John heeft de structuur goed in zijn hoofd. Je hoort in dit stadium al de ingewikkelde maatwisselingen, die Lennon vermoedelijk gewoon intuïtief om de tekst heen bouwde. Ook zit (op 00:50 seconden) de grote verandering qua maat/thema er in deze vroege demo er al helemaal in. Een interessante schets en een goede voorbereiding op wat nog komen zou (bekijk het filmpje).




Met een kop thee voor de TV
Maar er was nog meer op televisie dat John inspireerde bij het maken van het nummer. Tussen april 1964 en december 1966 zond de BBC de sitcom Meet The Wife uit. Brits vermaak rond Freddie Frinton en Thora Hird, een getrouwd stel van middelbare leeftijd, met de gebruikelijke humoristische ups en downs. De afleveringen duurden een half uurtje. Je stelt je voor dat John hier in de namiddag met een kop thee voor ging zitten. Waarschijnlijk ook weer uit pure verveling. Het is dan ook precies wat hij beschrijft in Good Morning, Good Morning. De sitcom is het hoogtepunt van de dag in het stille Weybridge, waar verder niets gebeurt:

Everybody knows there's nothing doing
Everything is closed it's like a ruin
Everyone you see is half asleep
And you're on your own you're in the street

People running round it's five o'clock
Everywhere in town is getting dark
Everyone you see is full of life
It's time for tea and Meet the Wife

Radio/tv-gids van de BBC uit 1965 waarin de sitcom wordt aangekondigd

Carpoolend naar Londen
Al met al had John de structuur en tekst van Good Morning, Good Morning dus al aardig op een rij, toen The Beatles op 8 februari 1967 aan de opnames begonnen. Omdat John, Ringo en George dicht bij elkaar woonden, reed Johns chauffeur vaak ook langs Ringo en George om hen op te pikken. Al hobbelend over de Engelse plattelandswegen en onder invloed van een geestverruimde sigaret of twee, arriveerden drie van de vier Beatles al 'in zekere sferen' bij de studio's aan Abbey Road. Paul McCartney daarentegen maakte een korte wandeling vanaf zijn huis aan Cavendish Avenue, dat praktisch om de hoek lag.

Een collage met dierengeluiden
The Beatles werkten op 8 en 16 februari aan Good Morning, lieten het nummer toen even liggen en completeerden het op 13, 28 en 29 maart. Bijzonder zijn natuurlijk de dierengeluiden die aan het liedje werden toegevoegd. Het nummer begint, heel toepasselijk, met het gekraai van een haan. Voor het slotstuk vroeg John Lennon aan producer George Martin om een serie dierengeluiden achter elkaar te monteren. Dat werd een grappige geluidscollage waarbij het ene dier steeds opgejaagd kan worden door het dier dat hem volgt. Zo horen we een vogel, een kat, een hond, een koe, een paard, een schaap, een leeuw, een olifant en tenslotte een groep bloedhonden tijdens de jacht, compleet met het geschal van de jachttrompetten. Beluister de collage hier:



De lethargie van Lennon
Naast de interessante maatwisselingen en de grappige dierengeluiden, is er nog iets dat ik erg aantrekkelijk aan het nummer vind. De blaaspartijen. Ze geven Good Morning een krachtig en stoer karakter en maken het haast tot een jingle die je ertoe moet aanzetten iets te kopen. De blazers die je hoort zijn van het ensemble Sounds Incorporated dat ook onder contract stond bij Brian Epstein. Good Morning, Good Morning verscheen op 1 juni 1967 op het album Sgt. Pepper's Lonely Hearts Club Band. Zo kwam het vanuit de lethargie van Lennon allemaal bij elkaar. De cornflakesreclame, de BBC sitcom, de dierengeluiden en de blazers. Samen vormden ze een originele en krachtige bijdrage aan het album dat the Summer of Love inluidde.



zaterdag 8 oktober 2016

Menlove Avenue 251: een bezoek aan het huis waar John Lennon opgroeide

Toen we Liverpool vorig jaar bezochten, stond er natuurlijk een excursie naar de jeugdhuizen van John Lennon en Paul McCartney op het programma. Die huizen kun je bezoeken als je vooraf een plekje reserveert via de National Trust. Beide panden zijn inmiddels in het bezit van de Trust, omdat ze als cultureel erfgoed worden gezien. Om de hordes geïnteresseerden in goede banen te leiden, heeft de Trust geregeld dat je met met een beperkte groep kunt deelnemen aan de excursies die een paar keer per dag plaatsvinden. Busjes met 15 personen vertrekken voor een combinatierit naar Menlove Avenue en Forthlin Road. Daar geeft een gids uitgebreid uitleg en kun je zelf rondkijken in de huizen. Alleen dit vooruitzicht al, deed mijn hart sneller kloppen.

John bij het tuinhek van Mendips
Hartverwarmende reacties
Al in mei had ik de excursie geboekt, die we eind oktober zouden maken. Het bezoekje aan beide huizen vormde echt één van de hoogtepunten van onze Liverpool-trip en ik schreef er al eens wat over op mijn Facebook-pagina. Dat was nog voordat ik het idee had opgevat om deze wekelijkse Beatles-blog te beginnen. De reacties op het verhaal van familieleden en vrienden waren hartverwarmend. Omdat het leuk is de belevenissen van toen nog eens met een inmiddels grotere groep lezers te delen, heb ik mijn Facebook-aantekeningen bewerkt tot een blogje. Want dit avontuur in Liverpool hoort zeker op deze plek thuis.

Rust, reinheid en regelmaat
In de week van John Lennons geboortedag wil ik, toepasselijk, wat schrijven over dat bezoek aan Mendips. Dat is de naam van het huis waar John Lennon opgroeide, vermoedelijk vernoemd naar een heuvelachtig gebied in Somerset. Net als het jeugdhuis van Paul McCartney ligt de woning in de Liverpoolse wijk Woolton, een stukje rijden van het centrum. Het is een twee-onder-één-kap-woning uit de jaren '30. Als je ziet waar Paul, George en Ringo opgroeiden, zou je Mendips een villa kunnen noemen. John ging er in juli 1946 wonen, op 5-jarige leeftijd, bij zijn tante Mimi en oom George. In een eerder blogje beschreef ik dat Johns ouders een instabiele relatie hadden en dat er uiteindelijk voor gekozen werd hem de Rust, Reinheid en Regelmaat in Mendips te bieden. 

John met Uncle George bij de voordeur

Op de voorbank, naast de chauffeur
We worden 's ochtends om 11.00 uur opgepikt door een busje van de National Trust, dicht bij ons hotel in de Albert Dock. Omdat we niet direct vooraan staan wanneer de schuifdeur van het busje opengaat, zijn de meeste zitplekken al bezet. Uiteindelijk komt het er op neer dat ik het laatste plekje heb. Maar dat blijkt direct het beste plekje te zijn. Op de voorbank, pal naast de chauffeur. Zijn naam weet ik niet meer, maar hij is een goedlachse Liverpooler, of Liverpudlian zoals ze in Engeland zeggen. Ik begrijp dat hij uit 1947 komt, hij heeft hetzelfde bouwjaar als mijn vader. We hebben direct een gesprek. Dat is ook niet zo moeilijk in Liverpool, want het zit de inwoners in de volksaard om je te overladen met verhalen. Dat gaat allemaal wél snel, met een zeer sterk accent, uiteraard datzelfde noordelijke accent dat we van The Beatles uit interviews kennen. Het was nog net geen plat Scouse, maar ik moet af en toe wel wat verhelderende vragen stellen om zeker te weten wat hij me allemaal wil vertellen. 'Vorige week had ik hier nog een Aziatisch meisje naast me zitten,' ratelt hij 'dat helemaal geëmotioneerd was: Oh my God, you sound just like John Lennon!!' Hij is het allemaal gewend.

Gezellige gesprekken met de chauffeur (eigen foto)

Trots en nuchter
Liverpool was geweldig in de jaren '60, vertelt hij me. En ja, hij was zeker regelmatig in The Cavern geweest, maar net niet op de dagen waarop The Beatles er optraden. 'Dus het gebeurde vlak voor uw neus en u had het niet in de gaten?' vraag ik hem. Inderdaad, toen de jongens beroemd werden en naar Londen vertrokken, viel het kwartje pas bij hem. Maar ach, hij maalde er niet om. De Liverpudlians zijn trots op hun geschiedenis en 'hun jongens,' maar tegelijkertijd ook heel nuchter. Mooi. Het busje draait een drukke doorgaansweg op. Twee dubbele rijstroken en een smalle middenberm. De chauffeur parkeert de bus voor nummer 251 en we stappen uit. Er vertrekt net een taxi. De chauffeurs groeten elkaar. Het is hier een komen en gaan van geïnteresseerden. Daar staan we, voor het tuinhek. Gisteren waren we hier al even met de Fab Four Taxi Tour, als passanten. Toen konden we het terrein niet op. Vandaag gaan de deuren voor ons open. 

Uitleg in de voortuin (eigen foto)

De spanning stijgt
In de voortuin worden we ontvangen door een gids van de National Trust. De spanning stijgt. Elke stap brengt ons dichter bij de plek waar John Lennon het grootste deel van zijn jeugd woonde. De gids heet ons welkom en vertelt over Johns familie, het huis en directe omgeving. Yoko Ono kocht Mendips een aantal jaren geleden en schonk het aan de Trust. In onderstaand filmpje (voor e-mail-lezers: bekijk de online-versie van de blog) van de National Trust heet Yoko ons, staand op de drempel van het huis, welkom. Het filmpje van drie minuten is van hoge kwaliteit en geeft een mooi sfeerbeeld van Mendips:



Alsof ik in een film stap
Wanneer de gids is uitgepraat, eindigt hij zijn inleiding met de woorden 'Welcome to Mendips'. Hij duwt het hoge hek open dat ons de toegang verschaft tot de zijkant van de woning en de achtertuin. De achtertuin die zo'n beetje grenst aan een parkje, dat Strawberry Field heet. Ik bedoel maar. Toevallig sta ik het dichtst bij dat grote hek en wanneer het open gaat, word ik overvallen door emotie. Tot nu toe vind ik het allemaal mooi en interessant, maar wanneer ik de achtertuin in loop, heb ik het gevoel dat ik in een film stap waarnaar ik tot nu toe alleen nog maar gekeken heb. (Beluister hier het fragment vanaf 4 minuut 18 uit de Jubileumshow van de Fab4Cast waarin ik de eer had daar wat over te mogen vertellen.) Met een brok in mijn keel en ja, tranen in mijn ogen, realiseer ik me dat ik op de plek ben die ik ken uit zoveel boeken en van diverse jeugdfoto's. De jonge John met zijn fiets bij de voordeur, of zittend in de zonnige achtertuin, samen met zijn moeder Julia, die er vaak op bezoek kwam. De muren van het huis en de bomen in de tuin fluisteren hier de verhalen die ik allemaal ken, en misschien nog wel meer.

Mimi en John in de woonkamer

Pastoors, doktoren, onderwijzers
De gids vertelt dat we het huis via de keukendeur aan de achterzijde zullen betreden. Precies zoals tante Mimi dat gewild zou hebben. De voordeur van het huis werd alleen gebruikt door de pastoor en het hoofd van de school. Ik moet denken aan de verhalen van mijn oma, over vroeger. Daaruit sprak ook altijd een soort ontzag voor pastoors, doktoren en hoofonderwijzers. Wanneer we over de drempel stappen, staan we in een knusse, kleine keuken, smaakvol teruggebracht in de stijl van de jaren '40 en '50. Het is precies de plek waar Paul McCartney in de zomer van 1957 als 15-jarig jongetje het huis van zijn twee jaar oudere nieuwe muziekvriend betreedt. Ze hebben elkaar ontmoet op een buurtfeest waar de 16-jarige John met zijn eerste bandje een optreden gaf. Al snel zit Paul bij de band en spreken de vrienden af om samen muziek te maken. 

De keuken, een plaatje

John, your little friend is here!
Tante Mimi vindt het maar niets, zo'n jochie uit een toch wat minder goed deel van de wijk. In haar keuken. Maar Paul is welbespraakt en ziet er netjes uit. En als ze 'John, your little friend is here!' heeft geroepen, ziet ze dat het toch wel meevalt. Een paar maanden later, staat er nog een andere jongen op de drempel van deze keuken. Nog jonger, uit de achterbuurt Speke. Met een vetkuif die zo hoog is dat de pet van zijn schooluniform niet meer past. Het is de piepjonge George Harrison, die John adoreert en hem overal in de stad volgt.

George, John en Paul tijdens een feestje. De foto is niet in Mendips gemaakt.

Ga maar in het halletje staan, met je herrie
De jongens oefenen samen met hun gitaren en tante Mimi heeft al snel genoeg van de herrie. Ze verbant John met (meestal) Paul naar het kleine portaal bij de voordeur, deur dicht. Op deze vierkante meter mag lawaai gemaakt worden. De akoestiek van het portaaltje blijkt geweldig: je hebt er een fijne galm. En staand met hun gitaren schrijven John Lennon en Paul McCartney daar Please Please Me en I Saw Her Standing There. Wij gaan ook in dat voorportaal staan. Deur dicht. Zingen. Gebeurt dit echt? Hemels!

Geschept door een auto
De gids vertelt ons over de bewuste zomeravond in 1958 waarop Johns moeder Julia een kop thee drinkt in Mendips. Nadat ze afscheid heeft genomen van haar zus Mimi (John is niet thuis) steekt ze een eindje verder de drukke straat over. Julia wordt geschept door een auto en is op slag dood. Een traumatisch verlies voor de jonge John, die zijn verdriet bezingt in Julia en Mother. Het gebeurde allemaal op de plek waar we nu staan. 

John, in schooluniform, met Julia bij de voordeur

Zitten op een groen beddesprei
Na het bekijken van de benedenverdieping, mogen we de trap op. Ineens sta ik in Johns kleine slaapkamer, aan de voorzijde van het huis. Naar dit moment had ik uitgekeken. Foto's mogen er niet gemaakt worden, maar bij het inleveren van onze tassen, heb ik mijn telefoon er niet ingestopt. Wanneer de gids in één van de andere kamers is, schiet ik toch een paar snelle, bibberige plaatjes. Op Johns bed ligt een groen beddesprei. Ik ga zitten, vlak naast een schoolpet en -stropdas van zijn Quarry Bank School. 

Schoolpet en -das (eigen foto)
Johns kamer: Elvis en Bardot aan de muur (eigen foto)
Gedichtjes en tekeningen maken aan een klein bureau
Levensecht
Rechts kan ik uit het raam kijken, over een klein bureaublad. Hier zat John eindeloos te tekenen en schrijven aan zijn schoolkrantjes: gedichtjes en cartoons. Hij was een creatief kind. Achter mij hangen posters aan de muur van zijn jeugdidolen: Elvis Presley en Brigitte Bardot. In de hoek staat een replica van z'n eerste gitaar. Dit was de plek waar de jonge John Lennon droomde. Dit is de plek waar ik nu even zit te mijmeren. De gebeurtenissen zijn ver weg, lijken vervlogen in de tijd, maar eigenlijk voelt alles levensecht en heel dichtbij.

In het portaaltje bij de voordeur, waar o.a. Please Please Me 
geschreven werd (eigen foto).


zaterdag 1 oktober 2016

All Together Now: waarom 1974 het ideale jaar was voor een reünie van The Beatles

Wat me altijd enorm interesseert is de manier waarop de vier ex-Beatles in de jaren '70 zich tot elkaar verhielden. Enerzijds waren er de ruzies en rechtzaken, de liedjes waarin over en weer naar elkaar gesneerd werd. Aan de andere kant was er ook vriendschap en samenwerking op albums en bij concerten. Maar alles verschoof en veranderde eigenlijk continu. Daarbij stonden nooit precies op hetzelfde moment alle neuzen in dezelfde richting. Iets dat nodig zou zijn geweest om nog eens met z'n vieren samen muziek te maken of alleen al te praten. Dat is, voor zover wij nu weten, nooit gebeurd. Toch is er één jaar aan te wijzen waarin de sterren het gunstigst stonden voor zo'n (informele) reünie. Dat is 1974.

Nog één keer compleet
De allerlaatste foto's waarop John, Paul, George en Ringo samen staan, worden gemaakt op 22 augustus 1969 op Tittenhurst Park, het huis waar John Lennon en Yoko Ono waren gaan wonen. Veel van jullie kennen die locatie vast van de Imagine-clip waarin we John achter zijn witte piano zien zitten. Over die laatste fotosessie wil ik graag in de toekomst nog eens wat schrijven. Maar...dat was het dan dus, die vrijdag in augustus op het landgoed ten zuidwesten van Londen. Een maand later, ergens tussen 15 en 19 september, zitten The Beatles nog tweemaal samen rond de tafel op het kantoor van hun platenmaatschappij Apple. Vol meningsverschillen over de toekomst van de band. Paul wil wel door, John schreeuwt Ik wil een scheiding, net als van Cynthia! En dan is het afgelopen. Het is de laatste keer ooit dat de Fab 4 in één ruimte aanwezig zijn. In de ruim 10 jaren die op die laatste bijeenkomst volgden, zouden John, Paul, George en Ringo elkaar nog heel regelmatig ontmoeten, onder allerlei omstandigheden, maar nooit meer met z'n vieren. Wat zou dat een moment geweest zijn en wat hadden we daar graag een foto van gezien. Met de moord op John Lennon, op 8 december 1980, kwam er een definitef eind aan alle mogelijkheiden.

22 augustus 1969: voor de laatste keer samen op de foto

Samenwerking over en weer
Maar hoe zit dat nu met 1974? Op dat moment ligt die laatste fotosessie een jaar of vier achter de bandleden. De vier ex-Beatles werken hard aan hun solocarrières. Ringo krijgt veel hulp van zijn drie maatjes bij het opnemen van zijn elpees. Op zijn beurt neemt hij deel aan het Concert For Bangladesh dat George organiseert en speelt hij een deel van de drumpartijen in op het album John Lennon & The Plastic Ono Band. Net als op All Things Must Pass, het monumentale driedubbelalbum van George. George draagt op zijn beurt weer bij aan Johns album Imagine. Eigenlijk is het Paul die vooral zijn eigen weg gaat. Niet gek ook, als je bedenkt dat het drie tegen één was in de juridische afwikkelingen rond het uiteengaan van de band.

John en George tijdens de opnames van het album Imagine

Bijpraten in de zon
Toch lijken John en Paul elkaar in 1974 weer een beetje te hebben teruggevonden. Daarvoor ontstaat ruimte tijdens het zogenaamde Lost Weekend van John. Hij is (tijdelijk, zo blijkt later) weg bij Yoko Ono en woont met zijn nieuwe vriendin May Pang een periode in Los Angeles en later nog in New York. Op beide plekken komt Paul, die regelmatig met Linda en de kinderen voor allerlei projecten in de VS is, geregeld op bezoek. Ook treft hij Ringo dan wel bij John. Laatstgenoemden wonen zelfs tijdelijk samen in een huis aan de Amerikaanse westkust. De Polaroid-foto's die van John en Paul geschoten worden op 1 april in Santa Monica, zijn de laatste waarop Lennon en McCartney samen te zien zijn. Een informeel onderonsje tussen twee oude vrienden. Het was trouwens niet hun finale ontmoeting, maar wel de laatste die (voor zover bekend) op de gevoelige plaat werd vastgelegd.

1 april 1974: Lennon en McCartney praten bij in het zonnige Californië

Ringo's drumkruk was nog warm
Een paar dagen voordat deze bijzondere foto genomen werd, hebben John en Paul zelfs even samen in de studio gejamd. John op gitaar, Paul op drums. Beiden zingend met onvaste stem. Pauls drumkruk is nog warm; Ringo was net vertrokken. Deze sessie, waarbij ook Harry Nilsson en Stevie Wonder aanwezig zijn, is in historisch opzicht bijzonder, maar muzikaal gezien allerminst. Laten we de drank en andere verdovende middelen de schuld geven.... De sessie gaat de geschiedenisboekjes in als A Toot and A Snore, met daarin de verwijzing naar verdovende middelen. Wanneer Ringo de volgende ochtend in de studio arriveert, vraagt hij wie zijn drumstel anders heeft ingesteld. Paul was er gisteravond, is het antwoord dat hij krijgt.




Geruchten rond de tournee van George
In de vroege lente van 1974 is het George Harrison die aankondigt dat najaar in de Verenigde Staten te gaan touren. Al snel duiken er geruchten op dat Ringo deel uit zal maken van zijn begeleidingsband. En dat gerucht slingert speculaties aan over een reünie van The Beatles. Zowel John als Paul verklaren op verschillende momenten in de pers dat het leuk zou zijn weer eens wat te doen met z'n vieren. Maar ze zijn voorzichtig en hebben het over een incidentele samenwerking. Ook zijn nog niet alle juridische zaken afgehandeld. Zo zijn de vier ex-Beatles nog steeds aan elkaar verbonden door het contract dat ze met Apple tekenden. De samenwerking komt er niet, wel bezoeken John en Paul, incognito en op verschillende momenten, concerten die George in de VS geeft. Je zou kunnen zeggen dat iedereen om elkaar heen draait.

Pruiken, een plaksnor en een zonnebril: Paul en Linda bij het concert van George

De soap die 1974 was
Wanneer, na een enorme juridische procedure het Apple-contract eind 1974 eindelijk ontbonden kan worden, breekt daar....tegenstrijdig en ironish genoeg eigenlijk hét moment aan waarop John, Paul, George en Ringo gezamenlijk in één ruimte zouden moeten verschijnen. Namelijk bij het tekenen van de ontbindingspapieren. Er wordt zelfs zo'n sessie gepland. En nét op het moment waarop je denkt....ja, het is zover....loopt het toch weer anders. Ringo tekent de contracten eerder, maar is telefonisch vanuit Engeland 'aanwezig' en wordt ter plekke vertegenwoordigd. John komt niet opdagen, hoewel hij op dat moment in New York is. Wanneer hij gebeld wordt, verklaart hij 'dat de stand van de sterren niet goed is om vandaag te tekenen'. Hij zet zijn krabbel enige tijd later, op 27 december, tijdens zijn verblijf in Disneyland met May Pang en zoon Julian. Veel later dan is afgesproken. George is woest. En dat terwijl hij op 14 december nog samen met John dineerde. 1974 is het jaar waarin de gebeurtenissen elkaar razendsnel, als in een soap opvolgen.

George en John, een zeldzaam onderonsje in december 1974

Een opgeluchte George, een verdrietige Paul
Onderstaand filmpje is even interessant als pijnlijk. Het toont George en Paul, de Beatles die op dat moment het meest van elkaar verwijderd zijn, in één ruimte in het Plaza Hotel in New York, al lijkt het door de montage van de beelden alsof de gebeurtenis op Savile Row in Londen plaatsvindt. George en Paul zetten op 19 december 1974 wél gezamenlijk hun handtekening. Het gaat er allemaal niet bijzonder hartelijk aan toe. Hun reacties hadden ook niet niet tegenstrijdiger kunnen zijn. George is opgelucht en prevelt Krishna Krishna Krishna, may the Lord help this to be done (finally?). Ook Paul zet zijn krabbel, met een gespannen gezicht waar het verdriet van af te lezen is. The Beatles zijn contractueel ontbonden. Het is allemaal de realiteit van 1974.



Samen liedjes schrijven
Of het alle vier The Beatles zou zijn gelukt als band nogmaals samen te werken in 1974, blijft de vraag. Wie weet was het in 1975 gelukt. Eén bijzonder feit mag namelijk niet onvermeld blijven. In januari 1975 strijkt Paul met zijn band Wings neer in New Orleans, om zijn album Venus and Mars op te gaan nemen. Paul nodigt John uit om langs te komen. Om samen te schrijven en muziek te maken. John heeft daar wel oren naar en is zelfs opgewonden over de op handen zijnde samenwerking. De trip is al gepland, als John even langs gaat bij Yoko in het Dakota-gebouw in New York. Want ook op dat vlak hangt een reünie in de lucht. Daar is hij niet meer weggegaan, May Pang verdwaasd achterlatend. Tot een samenwerking met Paul kwam het daarna ook niet meer.