zaterdag 24 september 2016

I Got My Mind Set On You: het anonieme bezoek van George Harrison aan de Verenigde Staten

Er zijn grote en kleine verhalen rond The Beatles. Eén van die grote verhalen is natuurlijk de Beatles-invasie in Amerika. Op 7 februari 1964 landde de groep in New York. De rest van het verhaal kennen we: de gevatte interviews tijdens persconferenties, de Ed Sullivan-show, de concerten, de nummer 1-hits en de totale gekte. In korte tijd was Amerika in de ban van The Beatles. Het klinkt ook wel romantisch. Vier jongens uit een eenvoudige Noord-Engelse stad zetten voor het eerst voet op Amerikaans grondgebied en veroveren daarmee de wereld. Maar zo ging het niet helemaal.... Er is een heel aardig, klein verhaal, dat aan die grote invasie vooraf ging. Er was namelijk al één Beatle in Amerika geweest. Helemaal anoniem, op familiebezoek. Geen mens die daar aandacht aan schonk. Geen mens die hem herkende.

George Harrison in New York, 1963


Op familiebezoek bij zus Louise
Op maandag 16 september vlogen de 20-jarige George Harrison en zijn broer Peter naar de VS, ik vermoed naar New York. Het zou de eerste grote reis zijn die George in zijn leven maakte. Zijn oudere zus Louise was begin dat jaar naar de Mid-West geëmigreerd. Samen met haar Schotse man Gordon had ze zich gevestigd in het plaatsje Benton, Illinois. Een slaperig mijnwerkersstadje met ruim 7000 inwoners, in de driehoek Chicago, Nashville, Kansas City. Eigenlijk zou Ringo ook meegaan met dat familiebezoek van de Harrisons, maar hij koos op het laatste moment voor een tripje met Paul naar Griekenland. John en zijn vrouw Cynthia waren op uitgestelde huwelijksreis naar Parijs. Een korte break voor een band die keihard werkte aan de grote doorbraak.

Opvallende verschijning
Het schijnt dat de jonge George toch wel opviel tussen de Amerikanen. Zijn Liverpoolse accent, slanke postuur en zijn haardracht maakten hem tot een opvallende verschijning in Benton. Met recht een new kid in town, al wist werkelijk geen mens wie hij echt was. Je hoort het ze zeggen, de buurtbewoners: Oh, dat is het broertje van Louise, over uit Engeland. The Beatles waren in hun thuisland al best beroemd. Hun single From Me To You was al verschenen, maar die plaat was nog nergens in Amerika op de radio te horen geweest. Louise wilde daar als trotse zus wel graag verandering in brengen. Ze was al een tijdje bezig om de singles van The Beatles, die haar vanuit Liverpool toegestuurd werden, onder de aandacht van de plaatselijke en regionale radiostations te brengen. Er was echter nauwelijks interesse voor het onbekende bandje uit Engeland. Wie zei je? The Beatles? Het was de tijd waarin iedereen naar Frank Sinatra, Nat King Cole en Hank Williams luisterde.

George in Benton met zijn nichtje op de arm, naast zus Louise en broer Peter


Louise en haar verlegen broer
Maar Louise gaf niet zomaar op. Toen George in Benton arriveerde nam zijn zus hem dan ook mee naar een plaatselijk radiostation, waar hij zowaar geïnterviewd werd. Met een promotie-exemplaar van She Loves You onder de arm en een verlegen broer in haar kielzog lukte het Louise om aandacht te vragen voor dat bandje uit het verre Engeland. Het hele interview werd door Peter gefilmd. De 8mm-film bevindt zich in een privécollectie. Wie weet duikt hij ooit nog eens op in het publieke domein. Wat we wel kunnen zien is een erg leuk, kort filmfragment, van de jonge George en zijn zus, in de tuin van het huis aan 113 McCann Street, waar Louise en Gordon woonden. Een aandoenlijke snipper van een kleine familiereünie, voordat het leven van George totaal en voor altijd zou veranderen.



Muzikale souvenirs
In Benton kon George dus nog vrijuit over straat. Zo schafte hij in alle rust wat muzikale souvenirs aan. In een muziekwinkel in het nabij gelegen Mount Vernon kocht hij een Rickenbacker-gitaar waarvan hij de rode kleur liet overspuiten in zwart. Ook kocht George een aantal Amerikaanse singles. Eén van die platen zou hij veel later, in 1987, voor zijn solo-album Cloud Nine opnemen. Dat nummer, I Got My Mind Set On You, oorspronkelijk van James Ray, leverde George na jaren weer een grote hit op.

Was dit de Rickenbacker die George kocht?


The Elvis from England
Hoewel George en Peter het grootste deel van de tijd in het huis van hun zus verbleven, reed Louise nog wel met haar broer naar Eldorado, een wat grotere plaats in de regio. Daar had ze geregeld dat George een paar nummers mee mocht spelen met The Four Vests. Een plaatselijke band die enige bekendheid genoot. George werd aangekondigd als 'The Elvis from England' en zal als volledig onbekende gitarist en zanger met enige verbazing vanuit het publiek zijn bekeken.

New York

Op een dakterras in Manhattan, New York


Via een bezoek aan New York (de foto's vond ik in het boek Living In The Material World) keerden George en Peter op 3 oktober terug in Engeland, waar George weer een volgeplande agenda met The Beatles wachtte. Toen hij in februari 1964 met John, Paul en Ringo als idool van de vliegtuigtrap in New York afdaalde, toegegild door uitzinnige fans, lag het anonieme bezoek aan zijn zus amper vijf maanden achter hem. In Benton, Illinois zakten ongetwijfeld wat monden open, terwijl er naar The Ed Sullivan Show op televisie gekeken werd. Wacht eens even, was dat niet.....? Het kan snel gaan.

zaterdag 17 september 2016

Eight Days A Week: The Touring Years - nog even geduld

Voor iedereen die The Beatles volgt, was het een bijzondere week. Terwijl ik dit schrijf, zitten wereldwijd de bioscopen vol met mensen die de gloednieuwe documentaire Eight Days A Week: The Touring Years bekijken. In Nederland helaas niet. Ik had de datum maanden geleden al hoopvol in mijn agenda gezet. Het filmhuis in Deventer had de documentaire al aangekondigd, maar een week of drie geleden werd het duidelijk dat er in Nederland een kink in de kabel was gekomen in de onderhandelingen met de distributeur van de film. Wie de langverwachte documentaire wil zien, moet dus de grens over. In ons land wordt de film begin oktober vertoond tijdens het Parool Film Fest (PAFF) in Amsterdam. We schijnen de documentaire in ons land in december in een groter aantal bioscopen te kunnen zien.



Paul en Ringo waren deze week in de Abbey Road Studio's
Maar toch was er volop moois te zien, te lezen en te horen deze week. Paul McCartney en Ringo Starr streken een dag neer in de hen vertrouwde Londense Abbey Road studio's en stonden de pers te woord (zie bijvoorbeeld het filmpje hierboven). Ze spraken over de documentaire die hét verhaal vertelt over de periode 1962-1966 waarin The Beatles volop tourden. Eerst in Engeland en daarna wereldwijd. De documentaire laat daarbij van binnenuit zien hoe vier jongens in de leeftijd van 20 tot 23 jaar totale gekte veroorzaakten. Wereldwijd. Door hun maatpakken leken John, Paul, George en Ringo vele jaren ouder dan ze feitelijk waren. We were kids, aldus Paul. Hun impact was en is nauwelijks te bevatten.

Paul (74) en Ringo (76) poseerden op 14 september 2016 in de Abbey Road Studio's
Keerzijde
Succes is mooi, maar roem heeft ook een keerzijde. Het succes van The Beatles had niet alleen een enorme impact op de wereld, maar ook op henzelf. In de periode 1962-1966 gaf de band 815 optredens. Niet meegerekend zijn de elpee-opnames, films, persconferenties en andere verplichtingen waaraan moest worden voldaan. Een kleine vier jaar lang muziek maken, eten, slapen en weer muziek maken in een moordend schema, waar we tegenwoordig minstens een burn-out van zouden krijgen. George Harrison vertelde ooit dat het hem bijna zijn 'nervous system' kostte. Hij heeft er jaren van moeten herstellen, keerde zich naar binnen, verdiepte zich in spiritualiteit en tuinieren en werd langzaam weer mens.

George Harrison op de vlucht

Een 8 millimeter-film onder het bed van een oude dame
Hoe kwam deze bijzondere documentaire tot stand? Eigenlijk deels ook door crowdsourcing. Een aantal jaren geleden vroeg Apple Music iedereen die nog live geluid- of beeldmateriaal thuis had liggen, opgenomen tijdens één van de concerten van The Fab 4, de opnames in te sturen. Doel was om het ultieme overzicht te creëren van de eerste jaren van The Beatles, waarin de Beatlemania ongekende proporties aannam. De oproep werkte. Zo was er een oude dame, ergens in de VS, die zich herinnerde dat ze nog een 8 millimeter-film onder haar bed had liggen. Dat privéfilmpje bleek de Holy Grail, want was opgenomen in Candlestick Park in San Francisco, tijdens het allerlaatste concert dat The Beatles gaven (het concert op het dak in 1969 niet meegerekend). Ze zocht contact met regisseur Ron Howard en stuurde hem de zeldzame opnamen toe, gemaakt op 29 augustus 1966. De show werd destijds, op verzoek van Paul McCartney, op een bandje opgenomen. Die audiotape hield er halverwege het laatste nummer, Long Tall Sally, mee op. Een abrupt eind van een (achteraf bezien) legendarisch moment. En dan zijn er nu ineens toch bewegende filmbeelden.

George Harrison: 'Wij waren normaal, de rest van de wereld werd gek.'

Schuddende achterwerken, stampende voeten
Eerder deze week verscheen alvast de soundtrack van de film (op CD en via streaming-diensten als Spotify). Dat was het compleet opgepoetste album The Beatles Live At The Hollywood Bowl. Opnames van de beroemde concerten, die al in de jaren '70 met zeer matige geluidskwaliteit op elpee waren verschenen. Je hoorde bijna niets, alleen het hysterische geschreeuw van de fans. Ik las ergens dat er na de nummers ook niet werd geapplaudiseerd. Er werd alleen continu gegild. Nu de technologische mogelijkheden fors verbeterd zijn, kon Giles Martin (de zoon van de eerder dit jaar overleden Beatles-producer George Martin) wonderen verrichten. De opnames kregen een geweldige make-over. Het geschreeuw van het publiek kon eindelijk vakkundig naar de achtergrond gemixed worden, waardoor dan toch het band-geluid te beluisteren is. We horen iets, dat eigenlijk niemand in die jaren kon horen. Ook The Beatles zelf niet. In de periode waarin de carrière van de band explodeerde (1963-1966) werd het onmogelijk om een goed concert te geven én te horen. Uit interviews met The Fab 4 weten we dat John, Paul, George en Ringo zichzelf en elkaar vaak niet konden verstaan. Wie zelf in een band speelt, weet hoe dat moet voelen. Spelen op goed geluk. Ringo vertelt in interviews dat hij aan de hand van de lichaamstaal (onder andere het schudden van de achterwerken en het stampen van de voeten) van zijn maatjes moest gokken op welke plek ze in het nummer waren aanbeland. Als je dat in ogenschouw neemt, is het verbazingwekkend hoe goed de liedjes nog gespeeld werden.

Shea Stadium, New York, 1965: een enorme afstand tot het publiek

Rennen voor je leven
Stel je voor, vier jongens met Vox-versterkertjes, op een podium midden in een gigantisch football stadion in Amerika. Niemand hoorde iets. De firma Vox had al snel grotere, op maat gemaakte, versterkers beschikbaar gesteld. Ook deze zwaardere gitaarversterkers konden onmogelijk op tegen de muur van gegil. Zelfs niet na het doorlussen van de boxen over de stadion-installatie. Op het live-album horen we John Lennon tussen twee nummers aan het publiek vragen 'Can you hear me?!!' Het had eigenijk geen zin. Beangstigend was het ook. De bandleden moesten vaak rennen voor hun leven om niet verscheurd te worden, werden hardhandig en in paniek in lege laadbakken van vrachtauto's geduwd en met grote vaart weggereden, terwijl ze als vee heen en weer gesmeten werden. John Lennon schreef in die tijd het nummer Help! en legde later uit dat het een oprechte schreeuw om hulp was, vanuit de orkaan waarin hij beland was. Paul McCartney vertelt in de documentaire dat ze echt nog maar jongens waren en best bang voor al het geweld om hen heen. De trailer van de film geeft al een duidelijk beeld van dit alles. Van de gekte én van de onderlinge vriendschap van de bandleden. Een vriendschap die hen overeind hield. Evenals de humor. De pers smulde van de ad remme antwoorden tijdens interviews. Ook daarvan is al wat in de trailer te zien: 



De maat was vol
In 1966 werd het allemaal te heftig. Er gebeurde veel dat jaar. Te veel om hier te beschrijven. John Lennons opmerkingen waarin hij The Beatles vergeleek met Jezus Christus werden in Amerika totaal verkeerd begrepen, met openbare boek- en plaatverbrandingen als gevolg. Op de Philippijnen werd de band onbedoeld onderdeel van een politieke rel en als gevolg daarvan letterlijk het land uitgeschopt. De maat was vol, de koek was op. Het touren was voorbij. In de aanloop naar dat laatste legendarische concert in Candlestick Park, besloot de band om te stoppen met tournees. Op het moment waarop de Fab 4 het stadion betraden, wisten alleen zij en hun management dat de verlossing nabij was. Onderstaande foto spreekt boekdelen. Je ziet de opluchting op de gezichten. Paul vroeg, zoals gezegd, persofficier Tony Barrow om een geluidsopname te maken. John draagt een fotocamera waarmee hij dat laatste live-moment vastlegt. Het is voorbij.

29 augustus 1966: Candlestick Park, San Francisco - nog één keer!
I'm not a Beatle anymore
Na het concert vlogen The Beatles van San Francisco naar Los Angeles. In het vliegtuig was het George Harrison die het bijzondere moment benoemde: 'That's it then, I'm not a Beatle anymore.'
Natuurlijk weten we dat het een wat voorbarige conclusie was. De weg lag open voor nieuwe gezamenlijke projecten. Sergeant Pepper's Lonely Hearts Club Band was het volgende album waar aan gewerkt werd. Maar dan alleen in de studio. Daarna zou er nog meer moois volgen. De woorden van George in het vliegtuig markeerden echter het omslagpunt in het bestaan van de band. Het was het einde van een turbulente, bijna niet te bevatten periode. Die periode is nu prachtig gedocumenteerd in Eight Days A Week: The Touring Years. De film komt er aan, ook in Nederland. Gaat - Dat - Zien!

zaterdag 10 september 2016

Your Mother Should Know: de nostalgie van Paul McCartney

Ken je dat? Je zit op de fiets en begint ineens zachtjes te neuriën of te zingen. Zonder dat je er bij nadenkt is er willekeurig een single uit de enorme jukebox van je geheugen met zo'n automatische beweging op de draaitafel gelegd. Voor je het weet, ben je bij het refrein. Bij mij is het vaak het liedje dat ik 's ochtends het eerste hoorde, op de wekkerradio. Ik vraag me wel eens af hoe zoiets werkt. Zijn je hersens heel erg ontvankelijk voor de eerste klanken van de dag? En blijven die klanken de hele dag bij je, om ergens op een onbewaakt moment weer aan de oppervlakte te komen? Naast zo'n liedje-van-de-dag neurie ik op de fiets graag oude standards. Tijdloze liedjes, niet onderhevig aan welke modegril dan ook. Raindrops on roses and whiskers on kittens... Fly me to the moon, let me play among the stars... Summertime, and the living is.... juist, iedereen kent ze.

De truttige kant van Paul McCartney?
Paul McCartney kreeg zijn liefde voor nostalgische muziek met de paplepel ingegoten. Zijn vader Jim was een muzikaal man. Hij leidde zijn orkest, Jim Mac's Band, en componeerde daarbij ook zelf.

Jim Mac's Band, het orkest van Pauls vader

Over vader Jim schreef ik al eens iets in een blog over Vaderdag. Vandaag wil ik focussen op een aantal liedjes, gecomponeerd en opgenomen door Paul, die zó uit The Great American Songbook afkomstig hadden kunnen zijn. Het was de zoete, noem het de wat truttige kant van Paul McCartney. In ieder geval de kant waar John Lennon zich altijd een beetje tegen afzette. Muziek voor je oude oma, vond Lennon het. Tegelijkertijd was hij jaloers op McCartney. Het lukte Lennon niet om goede melodieën te schrijven, die bij Paul blijkbaar moeiteloos leken te ontstaan. Over de nostalgie zingt Paul in Your Mother Should Know:

Let's all get up and dance to a song
That was a hit before your mother was born
Though she was born a long long time ago
Your mother should know, your mother should know

Maar goed, muziek voor je oude (o)ma dus. Tsja, zo zou je het kunnen zien. Toch toont het aan dat Paul McCartney in allerlei genres kan componeren. Een beetje de invloed van zijn vader, een vleugje showbusiness en de karaktertrek om zijn luisteraar te willen pleasen: het komt allemaal samen in het volgende lijstje. Ik neem je mee langs 5 uitgesproken nostalgische nummers van de hand van Paul McCartney. Bekend en minder bekend. Recent en minder recent. Ik hoop dat je de liedjes (filmpjes) kunt openen, als je mijn blog wekelijks automatisch in de mail ontvangt. Anders moet je even doorklikken naar de online versie.

1. When I'm Sixty-Four (1967)
Waarschijnlijk het bekendste liedje in dit lijstje. Paul schreef het al op 16e! Ik kan me bijna niet voorstellen dat je op zo'n leeftijd al vanuit dit perspectief kunt schrijven. Melodisch is het sterk. Het doet ook wel een beetje denken aan The Entertainer van Scott Joplin. Of ben ik de enige die dat hoort? When I'm Sixty-Four werd door The Beatles in hun jonge jaren al regelmatig als geinig pauzenummertje gespeeld. Dat deden ze wanneer de versterkers haperden en het publiek moest worden afgeleid. Op zijn 24ste zong Paul When I'm Sixty-Four in voor het album Sergeant Pepper's Lonely Hearts Club Band. Het erg smaakvolle klarinetarrangement werd, hoe kan het ook anders, geschreven door George Martin. Op het liedje zijn twee klarinetten en een basklarinet te horen. Samen met de solozang wedijveren ze kunstig om de aandacht van de luisteraar.



2. Honey Pie (1968)
Het intro begint met een krakend effect van een 78-toerenplaat, die op zo'n ouderwetse platenspeler (met grote hoorn) ligt.


She was a working girl
North of England way
Now she's hit the big time 
In the U.S.A.
And if she could only hear me
This is what I'd say....


Daarna komt het lied op tempo en waan je jezelf in lang vervlogen tijden. Honey Pie is één van mijn favorieten, ook vanwege de fijne tekst. Luister naar het zoete verhaal van de eenzame, in Engeland achtergebleven man, die zijn Honey Pie smeekt om terug te keren uit Hollywood. Of ze alsjeblieft haar carrière wil opgeven om weer bij hem te zijn. Honey Pie, you are driving me frantic, sail across the Atlantic, to be where you belong. Veel Beatles-nummers worden vanwege copyrights van YouTube verwijderd. Zo is Honey Pie lastig te vinden. Daarom schotel ik je een hele aardige coverversie voor, van Davide Maresca, die de sfeer van het nummer wel weet te vangen. Geen klarinetten, maar wel erg fijne nostalgische beelden. De boodschap komt wel over. Wie mij trouwens een filmpje met het origineel kan bezorgen, ben ik dankbaar!



3. You Gave Me The Answer (1976)
Ook in zijn Wings-periode greep Paul incidenteel terug op de stijl die hij inmiddels goed beheerste. Voor het album Venus and Mars componeerde hij You Gave Me The Answer. Tijdens de grote Wings-tournee van 1976/1977 stond het nummer op de setlist. Zittend achter de piano en begeleid door een lenige blazerssectie speelde McCartney het vrolijke deuntje bijna avond aan avond. Het nummer vormde een bijzonder intermezzo in zijn Rockshow.



4. Baby's Request (1979)
Het tempo gaat omlaag in deze jazzy nachtclub-ballad. Denk aan een schaars verlicht podium met een pianist/zanger, contrabassist en een drummer die de kwastjes kunstig bedient. Eind jaren '70 had Paul de samenstelling van Wings bijna volledig vervangen. Zo horen we hier in het intro het smaakvolle gitaarspel van Laurence Juber. De grote fout die Paul naar mijn smaak maakt, is de trombone-solo. Die had natuurlijk door een trombonist gespeeld moeten worden, en niet door een synthesizer. Ook de groten der aarden slaan de plank wel eens mis.



5. My Valentine (2012)
Paul schreef dit gevoelige liedje voor zijn vrouw Nancy Shevell. Nadat Paul zijn Lovely Linda in 1998 verloor aan borstkanker, hertrouwde hij enkele jaren later met Heather Mills. Dat was een kort en onsuccesvol huwelijk. De ware liefde lijkt inmiddels gevonden bij de steenrijke Nancy Shevell. Dat het beide partijen echt niet om het geld te doen was, is duidelijk. Voor zijn charmante bruid schreef Paul het subtiele My Valentine. De clip is werkelijk wonderschoon, met Natalie Portman en Johnny Depp in de hoofdrol. Wat heeft dit nummer een andere sfeer dan de voorgaande liedjes. Het is puur en verstild. Weg is de gimmick, weg de parodie. We horen een kwetsbare, maar ook gelouterde man, die na het nodige verdriet, op zijn 70ste de liefde weer kan bezingen.


zaterdag 3 september 2016

Sentimental Journey: op zoek naar de roots van Ringo Starr

Hoe lang zouden we op pad zijn geweest met de taxi in Liverpool? Volgens mij zo'n vier a vijf uur. Een hele middag in ieder geval. En wat kun je veel plekken zien, verhalen horen, in dat tijdsbestek. Vandaag wil ik wat schrijven over de roots van Ringo Starr. We ging ernaar op zoek op de eerste plek die we aandeden tijdens onze onvergetelijke excursie. Of zal ik het, heel toepasselijk, een Sentimental Journey noemen?

Ritchie Starkey in de wijk waar hij opgroeide

Kleine Ritchie groeide op in de armste buurt van Liverpool
Jimmy, onze chauffeur, zit al goed op de praatstoel, wanneer hij met ons koers zet richting Toxteth en Dingle. Twee wijken die zich dicht bij de binnenstad bevinden, in het zuidelijke deel van Liverpool. We rijden naar de plek waar Ringo Starr opgroeide. Als Ritchie Starkey natuurlijk. Die artiestennaam kwam pas later. Onderweg kan ik vanuit de taxi zien dat we duidelijk naar het deel van Liverpool rijden waar de wat minder gefortuneerden wonen. Sobere straten, eenvoudige huizen. Hemelsbreed niet zo ver weg van het zo mooi opgeknapte centrum en havengebied, maar qua belevingswereld des te verder. Eigenlijk niet heel anders dan in de jaren '40 en '50, toen de wat klein uitgevallen Ritchie Starkey hier op straat speelde. Als hij tenminste niet in het ziekenhuis lag. Ritchie was een ziekelijk jochie. Problemen met zijn blindedarm zorgden er voor dat hij zelfs 10 weken in coma lag. Veel ziekenhuisopnames, nauwelijks aanwezig op school, weinig ontwikkeling, opgroeien in één van de armste wijken van de stad....je zou kunnen zeggen dat Ritchie het niet cadeau kreeg.

Ritchie en zijn moeder

The Empress als baken voor de buurt
We rijden over High Street en Jimmy parkeert de auto aan de linkerkant van de weg. Er is bijna geen mens op straat als we uitstappen. We staan pal voor een smal, hoog en vooral oud pand. Je begrijpt eigenlijk direct dat dit het hart van de buurt moet zijn geweest. Een pub met een naam die direct korte metten maakt met de eenvoud van de plek: The Empress, de keizerin. Een baken voor de buurt, waar lief en leed gedeeld werd, verhalen werden verteld, de humor over de toog vloog en waar om de haverklap uit volle borst een lied ingezet werd. Een plek vlakbij de twee huizen waar Ritchie opgroeide.

De driehoek van Ringo's jeugd:
geboortehuis (rood), jeugdhuis (blauw) en The Empress (geel)

Vervallen pleisterplaats: graffiti op de muren
Ritchie Starkey werd op zondag 7 juli 1940 geboren in een huisje aan Madryn Street, op zo'n 50 stappen afstand van The Empress. Het huis is er nog, vervallen en dichtgetimmerd. Een schril contrast met de jeugdhuizen van John Lennon en Paul McCartney. Toch verraadt de graffiti op de muren dat er jaarlijks heel wat mensen naar de geboorteplek van de drummer van The Beatles komen kijken. Het arbeidershuisje op nummer 9 aan Madryn Street stond lange tijd op de lijst om gesloopt te worden. Net als de andere dichtgetimmerde huisjes aan de zogenaamde Welsh Streets, zoals deze straten in de wijk genoemd worden. De laat-19e eeuwse huizen moesten plaats maken voor stadsvernieuwing. Ringo zelf liet weten dat hij dat begreep en dat hij niet vast wilde houden aan het huis waar hij geboren werd. Maar protesten van buurtbewoners zorgden er uiteindelijk voor dat een aantal huizen, waaronder number 9, gespaard bleven. Vorig jaar oktober was er nog niets te zien, maar er zijn plannen om Ringo's geboortehuis te restaureren en te koop te zetten. 

9 Madryn Street (links): graffiti op het vervallen geboortehuis van Ringo

In de achtertuin van de pub
Terug naar de jaren '40. Toen Ringo, ach laten we hem weer Ritchie noemen, een jaar of drie a vier was, verhuisde hij naar de overkant van High Park Street Zijn nieuwe woonhuis bevond zich aan 10 Admiral Grove, het straatje dat pal naast The Empress ligt. Het huis was kleiner en de huur was er lager. Vader Richard had het gezin inmiddels verlaten en moeder Elsie moest met haar nog jonge zoon naar een goedkopere plek verhuizen. Nóg eenvoudiger dan de familie al woonde. Ze belandde in de achtertuin van de pub, zou je kunnen zeggen. Dat was best handig, want Elsie had inmiddels een baantje in The Empress, om wat bij te verdienen.

Ringo in Admiral Grove, begin jaren '60
De situatie in 1963, fans op de hoek Admiral Grove/High Park Street

De laatste bewoonster was bepaald geen Beatles-fan
We kijken rond bij de kroeg en lopen de zijstraat in. 'Het is aan de rechterkant,' roept Jimmy ons na. Hij blijft op ons wachten, leunend tegen de taxi. Na 50 meter zien we een werkelijk schattig huisje. Bij de tegenover gelegen woning zitten er mensen in de voortuin. Ze bekijken ons zwijgend. Je ziet ze denken: 'Daar heb je weer zo'n groepje toeristen'. Ik voel me bijna een indringer in hun buurt, maar ik wil het toch allemaal zien. We staan voor het huis waar Ritchie tot 1963 zou wonen. Het staat leeg. 'Margaret, de oude dame die hier woonde was een bijzondere vrouw,' vertelt Jimmy als we hem weer aantreffen bij de taxi. 'Ze liet regelmatig fans binnen, die het huis graag wilden bekijken. Zelf had ze niets niets met de muziek van The Beatles hoor. Ze was een enorme Elvis-fan, maar om de fans een plezier te doen, had van het huis een klein museum gemaakt, met afbeeldingen van The Beatles op de muren.' 

Margaret in haar woonkamer. Ze vond Elvis eigenlijk stukken beter.

Iedereen was op Margarets uitvaart
Jimmy vertelt over de band die de taxichauffeurs de afgelopen jaren met de bewoonster hadden opgebouw. Margaret bleek nog niet zo lang geleden te zijn overleden en de chauffeurs hielden een inzameling om iets te doen rond haar uitvaart. Ze waren er allemaal geweest, begrijp ik van Jimmy. Dit zijn de mooie, kleine en persoonlijke verhalen die allemaal om dat grote mythische verhaal van The Beatles heen hangen. Het maakt alles weer tastbaar en behapbaar, alledaags. Dat wat het oorspronkelijk ook was. Ik geniet dan ook volop van Jimmy's verhalen. 

10 Admiral Grove, even naar binnen gluren (eigen foto)
Ringo met zijn moeder en stiefvader, gemonteerd op de
plek waar de oorspronkelijke foto genomen werd.

Ringo liet zijn familie de liedjes voor zijn album uitzoeken
Voor we verder rijden, maken we een foto bij de pub, de plek die Ringo Starr dierbaar was. Zo dierbaar dat hij The Empress in 1970 op de hoes van zijn eerste soloalbum zette. Een plaat die hij maakte toen The Beatles op een haar na uit elkaar waren. In een interview vertelde Ringo dat hij niet goed wist wat hij op dat moment met zijn leven moest. Na wat gesprekken met zijn familie besloot hij een elpee op te nemen met liedjes waar zijn lieve moeder Elsie zo van hield. Nostalgische nummers uit lang vervlogen tijden. Ringo liet zijn vrienden en familieleden de nummers kiezen. Hij vroeg Beatles-producer en -arrangeur George Martin om hem met de plaat te helpen. Het idee ontstond om verschillende arrangeurs te vragen een bijdrage te leveren. Dit om de plaat interessant en afwisselend te houden. Zo leverden onder andere Quincy Jones en Count Basie een bijdrage. Ook Paul McCartney en natuurlijk George Martin arrangeerden een nummer. Hoewel Ringo beslist geen goede zanger genoemd kan worden, blijft het album overeind door de keuze van de nummers, de degelijk ingespeelde orkestpartijen en natuurlijk gewoon door het sympathieke verhaal dat er achter zit.



The Empress, toen en nu
Begin 1970 zal er vast een zeker een taxi gestopt zijn aan High Park Street, precies op de plek waar wij staan. Ik zie het voor me, Ringo en een fotograaf. Na alle albums, tournees, gillende fans, waanzin en nog maar net bekomen van het uiteenvallen de band met daarin zijn drie beste vrienden, poseert de drummer in zijn oude buurtje op een plek die hij nooit vergeten is. Met recht een Sentimental Journey.

Ringo bij The Empress, voor de albumcover.
Het straatje rechts van de kroeg is Admiral Grove.

The Empress anno nu (eigen foto)